Houd elkaar vast binnen ChristenUnie
Het rapport van de commissie-Cnossen mag voor leden van de ChristenUnie geen reden zijn om de partij te verlaten, vindt Leen van Dijke . Het rapport is helder: wie de visie van de CU op huwelijk en seksualiteit niet deelt, kan de partij niet op een geloofwaardige wijze vertegenwoordigen. Er is dus geen reden om te veronderstellen dat de partij van haar ankers wegdrijft.
Het is in mijn ogen een wat merkwaardige discussie, die momenteel gevoerd wordt binnen de gelederen van de ChristenUnie. Een discussie waardoor scheiding dreigt tussen hen die zich sedert lang met elkaar verbonden weten omdat ze voor hun leven -privé, maatschappelijk en politiek- de Bijbel als het gezaghebbende Woord van God aanvaarden. Dat mogen we ons niet laten gebeuren! Het is schadelijk voor het christelijke getuigenis, en het is ook helemaal niet nodig.De discussie is merkwaardig omdat het onderwerp van debat nooit een issue is geweest binnen de ChristenUnie en haar rechtsvoorgangers. Ik kan me niet herinneren dat er ooit dispuut is geweest over wat we in ons partijprogramma zouden opschrijven over huwelijk, gezin en (alternatieve) samenlevingsvormen. Dat stond en staat onder ons vast.
Het is dan ook mijn zorg dat we in een discussie, die ons van buiten de ChristenUnie wordt opgedrongen, mensen dreigen kwijt te raken die we heel graag bij ons willen houden. Niet slechts vanwege het getal, maar vooral omdat ik ervan overtuigd ben dat deze mensen bij ons horen en ook bij ons kunnen blijven.
De bedoelde discussie was aanleiding tot de instelling van de Commissie Representatie. Recent kwam die commissie met haar rapport. Toen ik het las was mijn conclusie: daar is geen woord Spaans bij. Toch dreigt de discussie erover hier en daar te ontsporen.
Er zijn mensen die een andere uitkomst hadden verwacht. Als ik het goed begrijp zijn er die liever zagen dat de commissie concreet bepaalde gedragingen zou afkeuren en zou typeren als niet verenigbaar met het vertegenwoordigen van de ChristenUnie. Ik heb daar begrip voor, maar ben met de commissie-Cnossen van mening dat dit een onbegaanbare weg is. Echter, nu het rapport niet op de door sommigen gewenste wijze verwoordt wat onder ons acceptabel is, klinkt hier en daar de waarschuwing dat de ChristenUnie van haar ankers afdrijft. Ik meen dat er voor die veronderstelling geen grond is.
Redeneertrant
Wat lees ik in het rapport over het punt waarop de zorgen zich toespitsen? Laat ik beginnen bij de voorbeelden die in het rapport worden genoemd. Helderder kan het niet. Bijvoorbeeld als het gaat om het prolifestandpunt van de ChristenUnie. Dit kan niet authentiek worden vertolkt door iemand die dit standpunt niet deelt.
Het rapport doet vervolgens een appel op de (eigen verantwoordelijkheid van de) lezers: neem deze denklijn, deze redeneertrant nu als uitgangspunt. Ons door het Bijbels getuigenis genormeerde politieke programma vereist -zo zegt het rapport- innerlijke en authentieke instemming van hen die dit programma in het publieke domein moeten vertolken en uitdragen. Als het nu gaat om het punt dat in de discussie zo dominant is, ligt de analogie met de in het rapport genoemde voorbeelden erg voor de hand. Sterker: zij kan niet ontweken worden.
Er zijn in het ChristenUnieprogramma hoofd- en bijzaken. Het prolifestandpunt is net als dat over huwelijk, gezin, samenlevingsvormen en de plaats waar seksualiteit beleefd mag worden een kernpunt. Daarover zijn, als het om het standpunt gaat (dus niet over de politieke realiteit), geen compromissen mogelijk. Naar analogie van de voorbeelden die de commissie-Cnossen zelf geeft is dus de conclusie, ten aanzien van mensen die de visie van de ChristenUnie op het punt van huwelijk, gezin, samenlevingsvormen en de plaats waar seksualiteit beleefd mag worden niet delen, gemakkelijk te trekken; ik kan het echt niet anders zien.
Hoe zal dat nu gaan? Selectiecommissies zullen het gesprek aangaan met iedereen die zich als kandidaat-ChristenUnievertegenwoordiger aanmeldt of wordt voorgedragen. Dat is een echt gesprek van mens tot mens. Daarbij zullen de motieven en overtuiging van betrokkenen eerlijk en open worden besproken. Daarbij kunnen de overtuiging en het leven van de kandidaat-ChristenUnievertegenwoordiger niet onbesproken blijven en betracht de selectiecommissie eerlijkheid over de uitgangspunten van de ChristenUnie.
Niet expliciet
Als ik me dan zo’n situatie probeer voor te stellen, kan ik geen redenering bedenken die aannemelijk maakt dat iemand die de (geloofs)overtuiging en de daaruit voortvloeiende programmapunten -ook als het gaat om huwelijk, gezin en seksualiteit- van de ChristenUnie niet deelt, de ChristenUnie geloofwaardig en authentiek kan vertegenwoordigen.
Dat lees ik zo ook in het rapport van de commissie. Dat daar geen expliciete conclusies aan worden verbonden, begrijp ik. Dat hoeft naar mijn idee ook niet. De kracht van het rapport van de commissie-Cnossen is dat zij geen vastheid zoekt in een voorgeschreven uitkomst van het selectiegesprek, maar dat zij vertrouwen heeft in de zorgvuldigheid van het proces. Dat vertrouwen vindt z’n rechtvaardiging in de basis van ieder gesprek dat binnen de partij plaatsvindt: de Bijbel, het gezaghebbende Woord van God, en een daaraan genormeerd politiek programma.
Deze -ik benadruk het nogmaals: van buiten de ChristenUnie ons opgedrongen- discussie spitst zich toe op de vraag hoe wij binnen de ChristenUnie mensen met het Bijbels getuigenis (vertolkt naar politieke principes; we zijn immers een politieke partij) bejegenen en tegemoet treden. Daarin maakt de partij geen onderscheid tussen mensen. Hierin zijn we voorgegaan door Hem naar Wie we ons noemen, Christus, onze Here en Meester, van Wie we leerlingen zijn en blijven.
Ik hoop oprecht dat degenen die met overtuiging aan de ChristenUnie begonnen, gelet op de noodzaak in het politieke domein met een goed (lees Bijbels gefundeerd) program Nederland te dienen, zich het heldere getuigenis niet laten ontfutselen door hen die deze discussie opdringen. Vrienden van de ChristenUnie: houd elkaar scherp en houd elkaar vast met het oog op betrouwbare politiek naar Bijbelse normen en het heldere getuigenis; totdat Hij komt.
De auteur is oud-fractievoorzitter van de Tweede Kamerfracties van de RPF en de ChristenUnie.