Starter op een landgoed
Voor woningzoekenden met een bescheiden portemonnee is het een ideale optie. Als kraakwacht ben je voor een bescheiden bedrag onder dak. In een leegstaand kantoor, klooster of landhuis. „Moet ik er onverwacht uit, dan huur ik bij Shurgard een paar kuub opslagruimte en leg ik mijn matje bij een vriend neer.”
Vooral met het licht van de voorjaarszon erop heeft het landhuis in Velsen vorstelijke allure. De basis dateert uit de zestiende eeuw, in de achttiende eeuw bouwde de Amsterdamse familie Trip het verder uit.De laatste particuliere eigenaar droeg het monumentale pand met bijbehorende grond in deplorabele toestand over aan de gemeente. Tuin en landschapspark werden in oude glorie hersteld, in het buitenhuis kwam een museum. Totdat Velsen in 2006 het landgoed vanwege bezuinigingen afstootte, waarna het in handen kwam van Natuurmonumenten en Vereniging Hendrick de Keyser, een vereniging tot behoud van historisch waardevolle panden in Nederland. Sindsdien huizen Hein en Merel in het voorname onderkomen. Als starters. Hein: „Toen het leeg kwam te staan, wilden ze iemand hebben die een oogje in het zeil kon houden. Dat hebben ze geregeld via Interveste.”
Het was voor het stel de eerste ervaring met antikraak. „We zochten een woning en op internet kwam ik toevallig dit tegen. Ze waren op zoek naar iemand met wat ervaring in beveiliging, vanwege problemen met hangjongeren. Ik ben vijf jaar militair geweest en heb twee keer in Irak gezeten. ’s Avonds loop ik een rondje met de hond om het huis en in het park. Zijn er problemen, dan neem ik contact op met mijn contactpersoon.”
Onzekerheid
Aanvankelijk zag het paar het antikraakpand als tijdelijke overbrugging, inmiddels zitten ze er al bijna twee jaar. „We wonen hier fantastisch, ook voor de hond. Als ik de buitenbaan van het park neem, lopen we zo’n 3,5 kilometer. In het midden heb je een mooi meertje. En dat allemaal voor 320 euro per maand, all-in. Nee, wij hoeven hier niet zo nodig weg.”
Om bij onverwijld vertrek opnieuw een dak boven zijn hoofd te hebben, schreef de accountmanager zich in bij verhuurbedrijf Direct Wonen. „Ter overbrugging. We willen gaan kopen, maar zolang we hier zitten, hebben we daar weinig zin in. In een pand in Overveen wonen mensen al twintig jaar op antikraakbasis.”
De kraakwacht uit Velsen heeft alleen de inpandige beheerderswoning van het museum ter beschikking. „Dat vinden wij juist ideaal. Wat heb je aan ruimte waar je niets mee doet? Ik ben eens bij een meisje geweest dat als kraakwacht een complete etage van een kantorenflat in Amsterdam-Zuidoost had. Zo’n oppervlak is niet in te vullen.”
IJsselhotel
Arjen is saxofoondocent aan de muziekschool van Zutphen. „Ik woonde samen, maar die relatie hield geen stand. We hebben besloten uit elkaar te gaan en ons huis te verkopen. Omdat ik niet wist hoe lang dat ging duren, en ik me een periode met dubbele lasten niet kon permitteren, was antikraak een mooie oplossing.”
Via kennissen met ervaring in deze manier van wonen kwam hij in het IJsselhotel in Deventer terecht. „Daar heb ik een paar maanden gezeten. Een prachtige plek, maar de wind gierde door de vloer heen en bij hoog water rook je de dode ratten in de kelder. Van een gitarist die ik er leerde kennen, hoorde ik ruim drie jaar geleden dat er een ruimte vrij kwam in het voormalige politiebureau. Dat wordt beheerd door Interveste. Ik ben wezen kijken en het trok me meteen. In het centrum van de stad, met een eigen parkeerplaats.”
In een gang op de eerste verdieping heeft de musicus twee voormalige kantoorvertrekken. De ene ruimte, ingericht als keuken, beslaat zo’n 20 vierkante meter. De woon-slaapkamer gaat naar de 40 vierkante meter. Hij deelt het pand met elf medebewoners. „Ik heb er al een aantal zien gaan en komen. Het merendeel is student of bleef na de studie hangen. Drie mensen zijn van gevorderde leeftijd, zoals ik, en komen vanuit een vergelijkbare situatie. Het meisje aan de andere kant van de gang is een jaar op wereldreis geweest, en na terugkomst hier weer neergestreken.”
Bewonersoverleg
Voor het afstemmen van interne zaken en taken organiseert de kraakwacht soms een bewonersoverleg. „We delen een centrale keuken, de douches en een ruimte voor de wasmachines. Voor het schoonmaken daarvan moet je afspraken maken.” Ook de oude schietbaan, onder in het pand, is voor gezamenlijk gebruik. „Een van m’n leerlingen heeft er nog schietlessen gehad, in de tijd dat hij bij de douane zat.” De cellen voor arrestanten annexeerden de bewoners als opslag. „Ik heb er twee in gebruik.”
Noodzaak om antikraak te wonen is er voor de saxofonist niet meer. „Het huis is allang verkocht, ik heb een vast inkomen, maar dit blijft heel aantrekkelijk. Ik zit hier prima voor 160 euro per maand, all-in. Van mijn voormalige partner, die bij de gemeente werkt, weet ik dat er pas een afbraakvergunning kan worden gegeven als er een volledig goedgekeurd plan voor nieuwbouw ligt. Voor zover wij weten is dat plan nog niet ingediend. Daarna krijg je de periode van inspraak- en bezwaarprocedures.
Moet ik er toch onverwacht uit, dan huur ik bij Shurgard een paar kuub opslagruimte en leg ik tijdelijk mijn matje bij een vriend neer.”
Ook Hein uit Velsen maakt geen haast. „Zo’n plek krijgen we nooit meer. Het enige bezwaar is de onzekerheid. Daarom zijn we ons al wel wat aan het oriënteren. Mocht ik iets leuks tegenkomen, dan kopen we het misschien, maar in het begin zal het wennen zijn. Bekenden van me dachten dat ik hen voor de gek hield toen ik liet zien waar we wonen. Een vriend uit Friesland die bij ons op bezoek kwam, zei: „We dachten dat we eerst Máxima moesten bellen om hier binnen te komen.”
Househoppen via Interveste
Vastgoedeigenaren ontwikkelden een effectief wapen tegen krakers: leegstaande panden beschikbaar stellen aan kraakwachten. Dat voorkomt tegelijk vandalisme.
Belangrijkste doelgroep zijn studenten en jeugdige woningzoekenden, die via antikraak snel aan goedkope woonruimte kunnen komen. Met het risico dat er regelmatig moet worden verhuisd, wat de term ”househopping” opleverde.
Met 1200 panden in beheer is Interveste een van de grotere spelers in de verhuur en het beheer van leegstand vastgoed. Het bedrijf houdt kantoor in ’s-Hertogenbosch, maar heeft z’n panden door het hele land. Interveste bemiddelt zowel in antikraakpanden als in verhuur op grond van de Leegstandwet.
„Bij antikraak heeft de bewoner minder huurrechten dan bij tijdelijke verhuur”, licht managementassistent Marieke toe. „Als de eigenaar het pand weer nodig heeft, moet de kraakwacht binnen twee weken vertrekken. Daar staat tegenover dat de kosten laag zijn en dat de opzegtermijn ook voor de kraakwacht kort is. Bij tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet heeft de huurder meer rechten, maar liggen de kosten ook hoger.”
Hoofdbewoner
De panden krijgt Interveste aangeboden door burgerlijke gemeenten, woningcorporaties, vastgoedbeheerders en makelaars. Het aanbod varieert van complete woonwijken die op termijn worden gesloopt tot kloosters, kantoorgebouwen en landhuizen. De werving en voorselectie van bewoners gebeurt in ’s-Hertogenbosch. Regiomanagers bezoeken de panden, voeren inspecties uit en bepalen wie waar wordt geplaatst.
De bewonerspopulatie is divers. „Veel studenten, maar ook oudere mensen die terugkomen uit het buitenland en tijdelijke huisvesting zoeken, stellen met een smal budget, eigenlijk alles wat je maar kunt bedenken. Alleen geen gezinnen met kinderen onder de achttien jaar. Die willen we niet opzadelen met het risico dat ze na twee maanden alweer op straat staan.”
Bij grote panden met meerdere bewoners stelt Interveste een hoofdbewoner aan. „Die is het eerste aanspreekpunt en lost kleine gebreken op. Als hij een aantal klussen naar tevredenheid heeft geklaard, betaalt hij vanaf die tijd uitsluitend de nutskosten.”
Onbeschermd huren
De Leegstandwet biedt onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om leegstaande woonruimte tijdelijk te verhuren.
Daarvoor is een vergunning nodig van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarin de woonruimte ligt. De wet bepaalt in welke gevallen tijdelijke verhuur is toegestaan, de maximale termijn daarvan (momenteel vijf jaar) en het maximale huurbedrag.
Een pand kan met een tijdelijke verhuurvergunning worden verhuurd voor een periode van minimaal zes maanden en maximaal twee jaar. Bij tijdelijke verhuur in het kader van de Leegstandwet is vrijwel geen van de huurbeschermingsbepalingen uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Dit betekent dat de tijdelijke huurder geen aanspraak kan maken op huurbescherming.
Op basis van de door B en W verleende vergunning moet wel een schriftelijke huurovereenkomst worden opgesteld. Voor de tijdelijke huurder geldt een opzegtermijn van ten minste één maand, voor de verhuurder een opzegtermijn van minimaal drie maanden. De huurovereenkomst stopt automatisch als de vergunning is verlopen. De huurprijs mag niet hoger zijn dan de in de vergunning van B en W vermelde prijs. In tegenstelling tot tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet bestaat voor antikraak geen wettelijke minimumtermijn en is ook geen speciale vergunning nodig.