Dat zei hij donderdag tijdens de opening van het Baantjermuseum in de kelder van café Heffer aan de Warmoesstraat. Dat is op steenworp afstand van het bekende politiebureau op de wallen waar de oud-rechercheur en misdaadauteur jarenlang werkte. Met een brede glimlach op zijn gezicht begroette Baantjer oude bekenden en bekeek hij zijn bezittingen in de vitrines. Zo wees hij vol trots naar de oorkonde van de koningin die hem tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau heeft benoemd. Verrast was hij ook toen bleek dat er enkele schilderijen van zijn hand hangen. „Mooier kan bijna niet. Dit zijn allemaal herinneringen en beelden uit mijn leven. Alles wat je ziet is voor mij bijzonder.”Peter Römer, die ooit een tv-serie gebaseerd op de personages uit de Baantjerboeken begon, opende het museum. Zijn vader en hoofdrolspeler Piet Römer, alias rechercheur De Cock, kon er vanwege zijn vakantie niet bij zijn. „Hij zou ontzettend trots zijn.” Volgens hem mist zijn vader de serie, die niet meer op de buis is, wel. „Maar het werd te zwaar voor hem, hij is ook al tachtig.”

Peter Römer is voor het museum nog op zoek naar de hoed van De Cock die hij in de serie droeg. Ook kreeg Baantjer donderdag uit handen van Henny Tinga van het Leger des Heils een van de originele hoedjes van de overleden majoor Bosshardt. Zij was een goede vriendin van hem. „Ik kreeg wel eens boeken van Alida en daar schreef zij dan in „God zal u zegenen.” Ik heb die kreet overgenomen en neem tegenwoordig zo de telefoon op.”

Het idee voor het museum komt van bureau van Aemstel produkties, dat groepsuitjes in de hoofdstad organiseert. „We zijn ontzettend trots dat we je huis mochten leeghalen”, zei initiatiefnemer Raoul Serrée tegen de bijna 85-jarige auteur. Zo heeft hij het enig bewaard manuscript bemachtigd en staat in het museum de typemachine waarop Baantjer veel van zijn boeken schreef. Ook komen er bekende personen van De Wallen voorbij en laten foto’s en verhalen het werk van de oud-rechercheur in zijn jongere jaren zien.