Panama schreeuwt: Yankee come back
Terwijl elders in de wereld het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten de nodige argwaan wekt, zou Panama het liefst het Amerikaanse leger zien terugkomen. Sinds de VS bijna drie jaar geleden de ontruiming van de Kanaalzone voltooiden, weet het Midden-Amerikaanse land niet goed raad met zichzelf.
De Panamese economie sputtert onheilspellend nu de ongeveer 40.000 militairen die in de strook land aan weerszijden van de waterweg waren gelegerd niet langer hun soldij in Panama spenderen. Het land loopt hierdoor ongeveer 350 miljoen dollar per jaar mis. Hoewel dit bedrag ogenschijnlijk in het niet valt bij het nationale inkomen van ongeveer 10 miljard dollar per jaar, is het een som die hoofdzakelijk toekwam aan de minst bevoorrechte Panamezen die voor de Amerikanen werkten.
Het vertrek van de VS uit de Kanaalzone op oudejaarsdag 1999 maakte ruim 10.000 schoonmaaksters, tuinlieden, bewakers en ander personeel van de militaire bases op slag werkloos. De meesten van hen zijn er niet in geslaagd om vervangend werk te vinden, en zeker niet tegen het uurloon van 10 dollar dat zij destijds ontvingen.
Wat de fragiele economie van Panama ook ondermijnt is het wegvallen van de Verenigde Staten als ultieme borgsteller. Investeerders wisten zich eertijds verzekerd dat het lot en de toekomst van Panama in laatste instantie in Amerikaanse handen waren. Dat schiep een klimaat van vertrouwen dat thans ontbreekt.
Van de grandioze regeringsplannen en -voornemens om de Kanaalzone te ontwikkelen tot een dynamisch zakencentrum en een toeristische trekpleister is ondertussen nog niet veel terechtgekomen. Slechts op het terrein van het voormalige Fort Clayton, aan de voet van de reusachtige Miraflores-sluizen die het kanaal verbinden met de Stille Oceaan, is er enige activiteit te bespeuren.
Hier verrees de kiem van wat ooit eens een hightech ”stad van kennis” moest gaan voorstellen. Enkele computerfirma’s hebben zich geïnstalleerd in de gebouwen die voorheen een militaire afluisterpost huisvestten en proberen er zaken te doen. Dat gaat evenwel minder voortvarend dan verwacht. Alleen enkele opleidingsinstituten van computergiganten als Cisco Systems en Microsoft lijken volledig operationeel.
De nabijgelegen voormalige Howard Luchtmachtbasis, een enorm vliegveld voorzien van talrijke loodsen en hangars, ligt er daarentegen verlaten en al enigszins overwoekerd bij.
Pogingen om verschillende Amerikaanse en Europese luchtvaartmaatschappijen geïnteresseerd te krijgen in het vestigen van zogeheten regionale ”hubs” voor Latijns Amerika, mislukten. Pakjesvervoerders Federal Express en DHL, die beide aanvankelijk veel belangstelling hadden voor Howard, haakten onlangs als laatsten af. Ook voor de andere twee luchthavens van de Kanaalzone is nog geen bestemming gevonden.
Terwijl de Panamese autoriteiten druk doende zijn met het zoeken naar gegadigden voor al het onroerende goed dat zij van de Amerikanen erfden, loopt de onderhoudsrekening van de ruim 3.800 woonhuizen en villa’s, 42 sportcomplexen, elf scholen, tien benzinepompen, twee ziekenhuizen en talrijke gebouwen van vertrokken overheidsinstanties schrikbarend op. Alleen al het maaien van de grasvelden en -stroken kost de Panamese staat maandelijks zo’n 50 miljoen dollar.
Gouverneur David Heres van de provincie Colon aan het Caraïbische eind van het kanaal vindt het vertrek van de Amerikanen niet alleen „een politieke blunder van de eerste orde” maar pleit ook voor hun terugkeer. „In het kader van de wereldwijde strijd tegen het terrorisme zouden de VS wellicht een strategisch gelegen systeem van militaire bases in het hart van Latijns Amerika weer goed kunnen gebruiken. In elk geval kunnen wij als klein land zonder veel natuurlijke hulpbronnen het geld dat de Amerikanen hier destijds achterlieten heel goed gebruiken.”
Een groep zakenmensen en verschillende vakbonden, politieke partijen en zelfs buurtverenigingen hebben de handen ineengeslagen om te werken aan de terugkeer van het Amerikaanse leger naar de Kanaalzone. De Stichting voor de Toekomst van Panama (FFP) heeft reeds een prominent lobbybureau in Washington ingeschakeld om het initiatief in de Verenigde Staten ruchtbaar te maken.
„Feit is dat destijds vrijwel niemand het heengaan van de Amerikanen bejubelde. Enkele linkse en nationalistische warhoofden zwaaiden met vlaggetjes en schreeuwden wat afgezaagde leuzen, en daar bleef het bij. Zeker 98 procent van de Panamese bevolking had liever gewild dat de VS hier waren gebleven”, vertelt FFP-voorzitter Octavio Vallarino in Panama-stad.
De Panamese regering houdt zich voorlopig afzijdig. Minister José Miguel Aleman van Buitenlandse Zaken laat desgevraagd weten dat een heropening van de Amerikaanse bases „niet op de agenda” staat en er „geen aanwijzingen” bestaan dat hierin verandering zal komen.
De bewindsman erkent dat vorige regeringen herhaaldelijk Washington benaderd hebben met de vraag of er belangstelling bestaat voor een gedeeltelijke hervatting van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het land. „Wij hebben niet de indruk dat de VS hiervoor belangstelling koesteren”, aldus minister Aleman.
Volgens FFP-voorman Vallarino is het de moeite waard om de regering in Washington te wijzen op de voordelen van een heropening van de bases. „In buurland Colombia escaleert de burgeroorlog waar de VS, gezien de drugsproblematiek, steeds meer mee van doen krijgen. Voorts kan de Kanaalzone, vanwege zijn isolement en de reeds bestaande installaties, uitstekend dienst doen als onderkomen voor elders in de wereld gevangen terroristen. Ten slotte is het ook niet ondenkbaar dat het Panamakanaal, een juist voor Amerikaanse vlootbewegingen uiterst belangrijke waterweg, in het vizier komt van terreurgroepen. Ons land heeft geen leger en kan het Kanaal en de bijbehorende installaties dus ook niet afdoende beschermen”, aldus Vallarino.
Maar een in Panama werkzame Amerikaanse diplomaat noemt de inspanningen van de FFP en anderen om de ”yankees” terug te halen verloren moeite. „We kennen de argumenten en stellen het op prijs dat Panama ons land een warm hart toedraagt. De tijden zijn evenwel veranderd. Mede gezien de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de technologie is het voor ons niet langer nodig om fysiek aanwezig te zijn in Panama. Wat wij vroeger hier vandaan deden, gebeurt nu vanuit Florida met eenzelfde zo niet hogere mate van militaire voortvarendheid”, aldus de gezant.