„Uit JSF stappen kost zeker half miljard”
Mocht Nederland besluiten een punt te zetten achter de ontwikkeling en de aanschaf van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig Joint Strike Fighter (JSF), dan gaat daarmee ruim 450 miljoen euro verloren.
Dat heeft het ministerie van Defensie maandag bevestigd. Een woordvoerster wijst erop dat in deze cijfers nog geen rekening is gehouden met de orders die het Nederlandse bedrijfsleven dan misloopt en de kosten die gemoeid zijn met de aanschaf van een ander gevechtsvliegtuig voor de luchtmacht ter vervanging van de huidige F-16’s. Uiteindelijk vallen de kosten dan nog hoger uit.De staat heeft tot nu toe ruim 1 miljard euro voor de JSF uitgetrokken. In februari werd het totale budget voor de naar verwachting 85 nieuwe JSF’s naar boven bijgesteld tot bijna 5,7 miljard euro.
Staatssecretaris De Vries (Defensie) erkende in februari dat het JSF-project kostbaar en groot is. Maar hij zei dat de belastingbetaler niet hoeft op te draaien voor de ontwikkeling van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig. „De belastingbetaler zal het prijsverschil tussen zelf ontwikkelen of van de plank kopen niet in zijn portemonnee voelen. Dat bedrag moet het bedrijfsleven dat door het project opdrachten krijgt, afdragen.”
Nederland besloot zes jaar geleden voor 858 miljoen euro mee te doen aan de ontwikkeling van de JSF. De kosten zouden volgens het kabinet volledig worden terugverdiend. Volgens Nifarp, een samenwerkingsverband van bedrijven die betrokken zijn bij het JSF-programma, is de investering al terugverdiend. De inkomsten voor de staat zouden 1,5 tot 2 miljard euro bedragen, aldus de Nederlandse luchtvaartindustrie.
Naar verwachting komt het kabinet deze zomer met een aanpassing van de zogenoemde businesscase, waarin wordt bepaald welk percentage van de JSF-opdrachten het bedrijfsleven moet terugbetalen aan de staat. Vandaag heeft de Kamer zich over het JSF-dossier gebogen.