Het OM verdenkt Reinier S. ervan op 11 december 1996 zijn vrouw te hebben neergeslagen en haar hals te hebben doorgesneden, waarna hij haar woning in brand heeft gestoken. Justitie baseert die verdenking onder meer op nieuwe bewijzen die zijn voortgekomen uit medisch onderzoek, reconstructies van de brand en een verklaring van zijn dochter.De 30–jarige Gonda Smit werd eind 1996 dood aangetroffen na een hevige brand in de woning aan de Hoofdstraat in Hoogezand. Haar man had kort daarvoor alarmnummer 112 gebeld en zijn twee kinderen in veiligheid gebracht. Na onderzoek werd hij twee maanden later aangehouden op verdenking van brandstichting, maar kort daarna weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.

Eind 1997 liet Justitie weten S. niet verder te vervolgen. Tot begin 2004 een cold case–team van de politie, gespecialiseerd in onopgeloste misdrijven, de zaak heropende. S. werd toen in december opnieuw aangehouden, ditmaal op verdenking van betrokkenheid bij de dood van zijn vrouw. Volgens de rechtbank waren er echter „onvoldoende ernstige bezwaren tegen S".

Deze maandag oordeelde de rechtbank anders. Op grond van nieuwe bezwaren is een rechtszaak tegen de man begonnen. Volgens het OM zou uit nieuw onderzoek blijken dat hij bij de woning aanwezig was op het moment dat de brand ontstond. Verder zou sectie op het lichaam van het slachtoffer nu vaststellen dat Gonda Smit al was overleden aan verwondingen aan haar hoofd en hals voor de brand uitbrak. Ook heeft de dochter van het paar, tien jaar na de brand, verklaard te hebben gezien dat S. haar moeder neersloeg op de bewuste avond.

Volgens de raadsman van S. is geen sprake van nieuw bewijs. „Men komt op een theorie en zoekt daar een technische bevestiging bij", aldus de advocaat. Verder zouden deskundigen volgens de advocaat weinig waarde hechten aan de verklaring van de dochter. „Ze is oprecht gaan geloven in een door haar bedacht verhaal".

De zaak wordt dinsdag verder inhoudelijk behandeld door de rechtbank.