De stad is een uitvinding van een bewoner die zichzelf een strenge maar verlichte koning waant, generaal Than Shwe. Behalve de nieuwe hoofdstad laat Than Shwe onder meer pagodes, bruggen, stuwdammen en irrigatiekanalen aanleggen.Ver weg van de drukke en snel armoediger wordende ex-hoofdstad Rangoon kan de generaal zich hier in alle rust wijden aan zijn taken. Dat komt vooral neer op het bestendigen van zijn bewind.

Een van de wapens van Than Shwe is geheimzinnigheid. De generaal is zelden in het openbaar te zien en zijn land is net als zijn nieuwe hoofdstad geïsoleerd en in nevelen gehuld. Ook portretten van Than Shwe zijn schaars. Na de verwoestende ramp begin deze maand in de delta van de Irrawaddy was Than Shwe nergens te zien of te horen. Slechts in geruchten dook zijn naam op, zoals: „misschien is hij wel afgezet.”

De geheimzinnigheid draagt bij aan de angst die er in het land heerst. De voornaamste pijler van het regime is angst. Van economische bloei of andere positieve zaken waar een verlicht despoot zich op zou kunnen beroepen, is geen sprake in het al 45 jaar door generaals geregeerde straatarme Birma.

Toch waant Than Shwe zich volgens waarnemers een kundig regeerder. De uit een eenvoudig gezin stammende Than Shwe heeft naar verluidt een diepe afkeer van oppositieleidster Aung San Suu Kyi, een vrouw uit een voorname familie. Maar zij is niet de enige die onder huisarrest zucht.

Sinds 2004 heeft Than Shwe specialisten die mogelijk meer bedreven zijn in geheimzinnigheid dan hij, de militaire inlichtingendienst, met harde hand aangepakt en uitgeschakeld. Eerst de chef en ex-premier generaal Khin Nyunt met al de zijnen, en vervolgens de hele inlichtingendienst zelf. Daarmee zijn er in ieder geval op het gebied van de geheimzinnigheid voorlopig geen rivalen meer over.

Than Shwe werd in 1933 geboren in de omgeving van de 19e eeuwse koninklijke hoofdstad Mandalay. Hij koos in 1953 voor een militaire loopbaan. Hij vocht tegen een etnische guerrilla en werd specialist psychologische oorlogsvoering bij een speciale eenheid. De militaire staatsgreep in 1962 van generaal Ne Win deed Than Shwe’s carrière goed. Hij ging een opleidingsinstituut leiden en bereikte de rang van kolonel in 1978. Zeven jaar later was hij generaal en onderminister van Defensie.

Na de massale en bloedig neergeslagen opstand tegen de militaire heersers in 1988 nam Than Shwe zitting in de regerende raad van officieren, die onder voorzitterschap stond van generaal Saw Maung. Die stapte plotseling op en Than Shwe werd in april 1992 voorzitter en daarmee juntaleider van Birma.

Hij liet politieke gevangenen vrij, gaf Aung San Suu Kyi iets meer bewegingsvrijheid en leek de economie meer los te laten uit de houdgreep van de militairen en hij bestreed corruptie. Maar Than Shwe’s ”lente” in 1992 was van korte duur. Hij bemoeide zich met steeds meer regeringszaken en heeft volgens waarnemers inmiddels alle macht naar zich toe getrokken. Toen hij 60 jaar werd en volgens de regels van het leger met pensioen had moeten gaan, schrapte hij die regels. Hij zou nog veel langer willen regeren.

Zijn gezondheid valt ook onder het rijk der geheimzinnigheden. Hij is begin vorig jaar in een ziekenhuis in Singapore ergens aan behandeld. Than Shwe is getrouwd en heeft vier kinderen.