Onrust rond berg Elgon duurt voort
Keniaanse militairen lagen drie dagen in een hinderlaag voordat ze hem konden neerschieten: de commandant van de gevreesde Sabaot Landverdedigingsmilitie (SLDF), Wycliffe Komol Matwakei. Eind vorige week vond hij de dood. Zijn SLDF zaait dood en verderf rond de Keniaanse berg Elgon, op de grens met Uganda. De reden van de onrust, een landverdelingskwestie, is met zijn dood echter nog niet de wereld uit.
Een lokaal conflict tussen twee families over grondbezit in het Chebyukgebied, op de zuidhelling van de Elgon, mondde uit in een bloedige strijd met honderden doden en tienduizenden vluchtelingen. In 2006 richtten leden van het Sabaotvolk de SLDF op, met als doel het verdedigen van de landrechten van de gemeenschap. Een golf van geweld was het gevolg. De militie rekruteerde veel jongens en jonge mannen, die bij voorkeur ’s nachts werden geronseld. Wanneer ze zich niet aan wilden sluiten, werden ze verminkt. Rebellenleider Matwakei gaf in maart dit jaar te kennen over 35.000 militieleden te beschikken.Over de landrechten was in het Chebyukgebied al jaren gesteggeld. Lange tijd woonden de Ndorobo en de Soy, subclans binnen de Sabaotgemeenschap, vreedzaam samen in de regio. De Ndorobo leefden van de jacht, maar bezaten in de jaren vijftig vrijwel alle grond. Zij verkochten of verpachtten hun land daarom vaak aan de Soy. Er kwamen echter ook steeds meer andere volken naar Chebyuk, die ook land van de Ndorobo verwierven. De Soy waren ontevreden over de landverdeling en kwamen in opstand tegen de Ndorobo.
De Soy ageerden daarnaast tegen de regering, die diverse pogingen tot herverdeling van land had ondernomen ten gunste van landloze boeren die hun grond ooit onrechtmatig waren kwijtgeraakt, door corruptie of door ongeremde landuitbreiding van grote landeigenaren. De Soy wilden hun eigen stukken land beschermen tegen deze herverdeling. In 1992 kwam het tot een eerste geweldsuitbarsting.
Sinds een aantal Soy de SLDF oprichtten, zijn er volgens cijfers van Human Rights Watch zeker 600 mensen gedood en ongeveer 66.000 mensen op de vlucht geslagen. Met name veel jonge mannen vluchtten om te voorkomen dat ook zij geronseld zouden worden door de SLDF. De vrouwen bleven nogal eens achter om voor het land te zorgen, met het gevaar slachtoffer te worden van seksueel misbruik door militieleden. Velen durfden vanwege bedreigingen door SLDF-soldaten echter niet naar de politie of een dokter te stappen.
De vluchtelingen hebben hun kampementen opgeslagen in plaatsen rondom de berg, waar het leven allerminst comfortabel is. Zowel achtergebleven inwoners van het gebied als de vluchtelingen hadden soms nauwelijks voedsel, omdat de leverantie daarvan door het geweld ook onder druk stond.
Het Keniaanse leger slaagde er vorige week in de leider van de SLDF te doden, maar was al langer in het gebied met het doel de SLDF uit te schakelen. De bevolking kwam door de aanwezigheid van het leger echter van de regen in de drup. Een recent rapport van de door de Keniaanse regering gesubsidieerde mensenrechtenorganisatie KNCHR (Kenya National Commission on Human Rights) stelt dat regeringsleger en politie zich op grote schaal schuldig hebben gemaakt aan geweld tegen burgers. Bij zoektochten van deur tot deur en helikopteraanvallen door het leger zijn er burgers gedood, terwijl vermeende militieleden zwaar werden gemarteld. De KNCHR wil de minister van Defensie en de legerofficieren daarom voor het gerecht dagen.
Het leger en de politie ontkennen de aantijgingen. „Sinds de militaire operatie in het district begon, is er slechts één geval van moord gerapporteerd”, liet politiewoordvoerder Eric Kiraithe tegenover VN-persdienst IRIN weten. „De operatie zal doorgaan, omdat we vastbesloten zijn dit district te bevrijden van deze criminele militie.”
De leider, Matwakei, is uitgeschakeld. Daarmee is de militie een gevoelige klap toegebracht. Maar het onderliggende probleem van de landverdeling is nog niet opgelost. Tegenover de Keniaanse krant The Nation liet een vluchteling in Bungoma weten dat hij nu durft terug te keren. Anderen dachten daar echter nog niet over, omdat zij van mening zijn dat er geen sprake van vrede kan zijn voordat de herverdeling van land in goede orde is afgerond. Hier ligt een dure taak voor de nieuwe regering. De confrontatie rond de verkiezingen tussen Kikuyu en de Luo stoelt in essentie op dezelfde problematiek van landbezit. Wanneer de regering de kwestie van de landverdelingen niet oplost, is het over een paar jaar weer chaos in het land.