Noorwegen verbiedt prostitueebezoek
Nederland probeert de grilligheid van de prostitutie in de greep te krijgen door bezoeken van illegale sekswerkers te bestraffen. Noorwegen pakt de zaak harder aan en stelt alle klanten van prostituees strafbaar.
De commissie justitie in de Storting, het Noorse parlement, belegt begin juni een hoorzitting over het wetsvoorstel met belanghebbende organisaties. Nu al is duidelijk dat de prostituees zelf niet blij zijn met de nieuwe ”Sexkjopsloven”, zoals de wet in het Noors heet.Zij zijn bang dat de risico’s voor hen alleen maar toenemen. Iemand die een publieke vrouw bezoekt, is straks toch al in overtreding. De grens om geweld te gebruiken zal daarom dalen, zo vreest men in de ’sector’. „De wet laat de straatprostitutie verdwijnen, maar het zal vrouwen er niet van weerhouden, binnenshuis te werken”, zei Liv Jessen van Pro Center, een steungroep voor prostituees, tegen de media. „En in dat appartement of die hotelkamer is de vrouw alleen.”
Vreemd genoeg is de indiener van het wetsvoorstel, minister Knut Storberget van Justitie, er zelf ook niet enthousiast over. Maar de Noorse politieke elite moest wijken voor het grondvlak. Het congres van zijn sociaaldemocratische Arbeiderpartiet (AP) liet hem geen keus. Vooral het vrouwenberaad in de partij wijst al jaren op het Zweedse voorbeeld, waar het bezoeken van prostituees sinds 1999 verboden is.
Ook AP-parlementariër Thomas Breen betwijfelt het nut van een verbod. „Ik ben er steeds tegen geweest, maar tijdens ons congres in april hebben we die strijd verloren. We hadden geen andere keus dan de stem van de meerderheid te volgen”, aldus Breen.
Breen vreest dat de wet de prostituees inderdaad kwetsbaarder maakt. „Daar staat echter tegenover dat Noorwegen veel minder aantrekkelijk wordt voor mensenhandelaars. Dat is een belang dat vooral voor de politie hoog staat aangeschreven.”
Ook minister Storberget wees bij de presentatie van het wetsvoorstel op de bestrijding van mensenhandel. „Het doel van het verbod is de vraag te verminderen en daardoor een kleinere markt voor mensenhandelaars te creëren.”
Storberget kan daarvoor verwijzen naar ervaringen in buurland Zweden. Uit afgeluisterde telefoongesprekken weet de politie dat mensenhandelaars Zweden niet langer als afzetgebied beschouwen, zo zei een woordvoerder eerder dit jaar aan het persbureau Associated Press.
De Zweedse politie heeft geen precieze cijfers over de ontwikkeling van het aantal prostituees na 1999. Maar ze schat dat dit met 40 procent is gedaald van 2500 in 1998 naar 1500 in 2003. Noorwegen kent nu zo’n 3000 publieke vrouwen en hoopt ook op zo’n afname.
Hans Syversen van de christendemocratische Kristelig Folkeparti (KrF) is echter zeer ingenomen met het voorstel. „Dit komt overeen met ons partijprogramma. Dit is geen pragmatische oplossing, maar waardegedreven beleid.”
Toen zijn partij van 2001 tot 2005 de premier leverde, had de regering er „al eens naar gekeken. Maar alle andere partijen waren toen tegen.”
Toch schoof na 2005 het beleid ineens op in de richting van de KrF. „Het kwam vanzelf naar ons toe. Bij diverse partijen is er veel veranderd. Soms tegen de zin van het leiderschap.”
Syversen begrijpt dat de prostituees bang zijn voor het nieuwe beleid. „Maar bij de invoering van deze wet komen er ook meer programma’s voor de begeleiding van vrouwen, bijvoorbeeld om uit het vak te stappen. En de ondergrondse prostitutie zullen we nooit helemaal uitroeien.”
De christendemocraat voelt zich gesteund door de Zweedse ervaringen. „Niet alleen is daar het aantal publieke vrouwen afgenomen. Ook is de toegankelijkheid van de sector minder geworden.”
Syversen zal blij zijn als de vrouwenhandel ook Noorwegen gaat mijden. „De import van buitenlandse prostituees is in Zweden voorbij. Terwijl Noorse vrouwen er juist over klagen dat onze markt wordt overspoeld door buitenlandse sekswerkers. De prijzen zijn daardoor zo sterk gedaald dat ook steeds meer jongeren prostituees bezoeken. Als wij dat kunnen bestrijden zonder de vrouwen te vervolgen, zijn wij tevreden.”