Strijd om erfenis Fortuyn kan beginnen
Daags na het verschijnen van een opiniepeiling waarin de LPF nog slechts over drie zetels beschikte maar CDA en VVD over een riante meerderheid, zijn de stoelpoten onder het kabinet vandaan gezaagd, constateert Peter van der Heiden. Volgens hem is het niet ondenkbaar dat CDA en VVD van meet af aan van plan zijn geweest om zich op het juiste moment van de lastige en onbetrouwbare nieuwkomer te ontdoen.
Na nog geen honderd dagen is het kabinet-Balkenende alweer aan zijn einde gekomen. Een onontkoombaar einde, gezien alle problemen in de LPF. Al na de moord op Pim Fortuyn was duidelijk dat zijn lijst bepaald geen eenheid was, en dat het een kwestie van tijd was voor er een strijd om de macht zou losbranden. Dat die strijd op zoveel fronten uitgevochten zou worden, was verrassend. Fractie, partij en bewindslieden raakten zowel onderling als met elkaar in conflict, waardoor het lot van het kabinet al snel bezegeld was.
De officiële reden -de ruzie tussen de ministers Heinsbroek en Bomhoff- lijkt nauwelijks genoeg om een kabinet ten val te brengen. Natuurlijk is het vervelend als twee bewindslieden zulke botsende karakters hebben dat zij niet meer kunnen samenwerken, maar daar is wel wat aan te doen. Het vervangen van een of beide ruziemakers had dit probleem kunnen oplossen. Zowel de beide ministers zelf als de overige LPF-bewindslieden, de ministers van andere partijen en de LPF-fractie waren akkoord met zo’n scenario. Zelfs de grootste kemphanen uit de vaderlandse parlementaire geschiedenis, Den Uyl en Van Agt, zagen kans om hun enorme persoonlijke aversie te overstijgen om zo goed en zo kwaad als het ging samen te werken. De kabinetten waarin deze twee samen zaten, vielen beide door onoverbrugbare politieke verschillen, zeker niet (alleen) door de wederzijdse antipathie. De oorzaken voor de snelle val van het kabinet-Balkenende moeten dieper liggen dan een simpele ’incompatibilité d’humeur’.
Opportunisme
De aanhoudende chaos binnen de LPF-fractie en het niet denkbeeldige gevaar van nieuwe afsplitsingen zijn voldoende reden voor de coalitiepartners om het vertrouwen in het kabinet op te zeggen. Het werd al snel volledig onvoorspelbaar hoe lang de LPF-fractie nog in stand zou blijven, en dus het kabinet van een meerderheid zou blijven voorzien. Bij elke nieuwe scheld- of vechtpartij van LPF’ers moeten de coalitiepartners hun adem hebben ingehouden. Het is de grootste nachtmerrie voor gouvernementele partijen als de VVD en het CDA om voor hun regeerarbeid afhankelijk te zijn van een amateuristische rebellenclub als de LPF. Voortdurend hing een zwaard van Damocles boven het kabinet. Het was voor CDA en VVD van groot belang om zelf de regie in handen te houden, en dus eigenhandig een einde te maken aan de lijdensweg van het kabinet-Balkenende.
De verklaring van CDA-fractievoorzitter Verhagen duidt daar ook op. Het CDA had er volgens hem geen vertrouwen meer in dat het kabinet kon steunen op „een stabiele meerderheid in de Tweede Kamer.” Gezien alle ’gedoe’ in de LPF lijkt dat een voor de hand liggende opstelling. De vraag is echter waarom dat vertrouwen zo plotseling was verdwenen, terwijl de LPF nota bene aan alle eisen die premier Balkenende aan fractie en bewindslieden had gesteld, had voldaan.
Waarom niet eerder, bij een eerder conflict? Diezelfde vraag geldt VVD-leider Zalm, die even plotseling als zijn CDA-collega het vertrouwen opzegde. Niet in Verhagens ”stabiele meerderheid”, maar „in het kabinet”, zelfs zonder Heinsbroek en Bomhoff. Deze radicale opstelling lijkt niet gespeend van enig politiek opportunisme. Het kan bijna geen toeval zijn dat daags na het verschijnen van een opiniepeiling waarin de LPF nog slechts over drie zetels beschikte maar CDA en VVD over een riante meerderheid, de stoelpoten onder het kabinet vandaan zijn gezaagd. Het is zelfs bepaald niet ondenkbaar dat CDA en VVD van meet af aan van plan zijn geweest om zich op het juiste moment van de lastige en onbetrouwbare nieuwkomer te ontdoen. Dat moment diende zich aan met de totale chaos in alle geledingen van de LPF en de razendsnel verdampte kiezerssteun voor deze partij.
Geding om kiezer
Gezien deze peiling zal de LPF geen stem meer kunnen geven aan de door Pim Fortuyn gemobiliseerde onvrede. Waar deze kiezers naartoe zullen gaan, is onduidelijk. Een groot deel van het LPF-electoraat bestond uit kiezers die waren teleurgesteld in de ’oude’ politieke partijen. Het is niet zo moeilijk om een voorstelling te maken van hun huidige gemoedstoestand. De partij die beloofde een radicale breuk met de oude Haagse politiek te zullen brengen, is aan intern gekonkel en achterkamertjespolitiek ten onder gegaan. Moe van alle ’gedoe’ heeft bijna 90 procent van de LPF-stemmers zich al afgewend.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen meerdere partijen naar de gunsten van het fors geslonken Pim Fortuyn-electoraat gaan dingen. De ’oude’ LPF lijkt met minister Nawijn als lijsttrekker de strijd aan te gaan, terwijl Heinsbroek ook al heeft laten doorschemeren met een eigen partij het erfgoed van Fortuyn veilig te willen stellen. En wat te denken van de afgescheiden Winny de Jong en de nieuwste afsplitsing, Harry Wijnschenk? Daarnaast putten ook de ’oude partijen’ zich uit om duidelijk te maken dat ze door de electorale revolutie van 15 mei zijn veranderd in ’nieuwe’ politieke bewegingen, waar de voormalige LPF-stemmers zich prima thuis zullen voelen. Een fors deel van hen zal zich echter definitief afwenden van de politiek, een frustratie rijker en een illusie armer.
Balkenende II
De revolutie die Pim Fortuyn heeft veroorzaakt, is gesmoord in de machtsstrijd binnen de LPF. De ”nieuwe politiek” -voor zover die ooit bestaan heeft- zal met de LPF verdwijnen.
Gezien de recente opiniepeilingen is een coalitie van CDA en VVD de meest waarschijnlijke uitkomst van de verkiezingen, waarmee we terug zijn bij de verhoudingen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Onduidelijk is echter nog wie die coalitie zal moeten gaan leiden. Het blazoen van Balkenende, die als voorman van dit kabinet niet heeft uitgeblonken in daadkrachtig crisismanagement, is door de snelle deconfiture van zijn ministersploeg nogal besmet. Maar aangezien alternatieven binnen het CDA lijken te ontbreken, zal het kabinet-Balkenende II er wel komen. Tenzij de kiezer, net als op 15 mei, het feestje van de zittende politici ruw verstoord.
De auteur is parlementair historicus en freelance journalist.