„Digitaal kinderen lokken onuitroeibaar”
Een 15-jarig Nederlands meisje van Japanse ouders krijgt via de chatbox contact met iemand die zich voordoet als een leeftijdsgenote uit het Amerikaanse Miami. Het lijkt onschuldig, maar blijkt het begin te zijn van een geval van digitaal kinderen lokken, ook wel ”grooming” genoemd.
Zedenrechercheur Michael Reijnders noemde donderdag dit voorbeeld van onlinegrooming op een door het Meldpunt Kinderporno georganiseerd congres over dit verschijnsel. De conferentie, die donderdag plaatshad, vormde de start van een antigroomingcampagne van het meldpunt. „Internet is een mooi communicatiemiddel, maar ook gevaarlijk. Er gebeuren via dit medium meer zedenmisdrijven dan we durven vrezen”, aldus Reijnders.Hij werkt de zaak van het 15-jarige Nederlands meisje verder uit. Nadat zij met haar ’leeftijdsgenote’ contact heeft via de chat, worden de twee hartsvriendinnen. Het Amerikaanse meisje zegt vervolgens een leuke Alkmaarse jongen te kennen en brengt haar met hem in contact. Tijdens de eerste fysieke afspraak die de 15-jarige met de jongen heeft, wordt ze ontmaagd.
Een paar weken later werkt ze in een escortbureau, onder het dreigement dat hij anders naaktfoto’s van het meisje naar haar familie stuurt. Op haar achttiende zit ze achter het raam. Als ze haar verhaal uiteindelijk bij de politie doet, weet ze nog steeds niet dat het meisje uit Miami in werkelijkheid niemand anders is dan de Alkmaarse jongen.
Jachtterein
Grooming is een manier waarop een volwassene met een kind in contact komt met het doel seksueel misbruik te plegen, legt Liesbeth Groeneveld uit. Zij is coördinator van het Meldpunt Kinderporno. Minister van Justitie Hirsch Ballin ondertekende in oktober op het eiland Lanzarote een Europees verdrag met regels tegen grooming. In de komende maanden wordt de Nederlandse strafwet aangescherpt, zodat ook een groomer die een voorstel doet voor een ontmoeting met een kind en daar voorbereidingen voor treft, kan worden aangepakt.
Jules Mulder, directeur van de forensisch-psychiatrische polikliniek De Waag en voorzitter van het Meldpunt Kinderporno, denkt dat grooming een niet uit te roeien fenomeen is. „Het hoort bij de moderne maatschappij. Heel veel valt er niet tegen te doen. Chatrooms zijn veelal het jachtterrein van de groomer. Kinderen moeten ervoor waken dat zij online persoonlijke informatie verstrekken.”
Een groomer is vaak een bewuste manipulator, vaak asociaal en overtuigd van het goede van zijn handelen - „het kan geen kwaad als kinderen worden ingewijd in de wereld van de seksualiteit”, aldus Mulder. Ook is er een categorie die zichzelf ’meegroomt’: de verleider verleidt zichzelf tot het verleiden en kan op zeker moment niet meer stoppen.
Vriendjes
Volgens Mulder is grooming een trechtervormig proces, dat zich in vijf fasen voltrekt. Het begint met afhankelijkheid. De volwassene heeft in velerlei opzicht het overwicht: materieel, qua kennis, ervaring en interactieve vaardigheden. In fase twee groeien de volwassene en het kind naar gelijkwaardigheid. Zij worden vriendjes, begrijpen elkaar, delen ervaringen en behoeften. Fase drie ontwikkelt exclusiviteit, vertrouwelijkheid en intimiteit. In fase vier worden geheimen gedeeld, waar online contact zich volgens Mulder bij uitstek voor leent. In deze fase wordt seks ook een gespreksonderwerp. In fase vijf komt het uiteindelijk en herhaaldelijk tot seks.
Vooral meisjes en homofiele jongens tussen de 11 en de 17 jaar zijn extra gevoelig voor grooming, zegt Mulder. Ook tieners die behoefte hebben aan verbondenheid of die eenzaam en depressief zijn, lopen verhoogd risico, evenals degenen die seksueel zijn of worden misbruikt of een slechte relatie met hun ouders hebben.
Om grooming tegen te gaan, moeten alle partijen die ermee te maken hebben met elkaar samenwerken, zegt Groeneveld. „Dat geldt niet alleen voor hulpverleners, politie, ouders en school. Ook providers van sociale netwerken als MSN hebben een verantwoordelijkheid.”
In het Verenigd Koninkrijk wordt veel gedaan aan zelfregulering door providers, zegt Will Gardner van het Engelse Childnet, een organisatie die van internet een veilige plaats voor kinderen wil maken. „Ook is grooming opgenomen in lesprogramma’s op het voortgezet onderwijs. In 2004 was grooming in het Verenigd Koninkrijk strafbaar. Politieagenten sporen groomers op door zich op internet voor te doen als een jong meisje.”
Om het probleem goed aan te pakken, is vooral meer preventie nodig, zeggen de sprekers op het congres. „Open gesprekken met ouders over seksualiteit zijn nodig. Ook hebben scholen een belangrijke rol. Maar grooming uitroeien zal niet lukken.”