De hoge prijs van halfslachtig leven
Titel: ”Julia”
Auteur: Otto de Kat
Uitgeverij: G. A. van Oorschot, Amsterdam, 2008
ISBN 978 90 2824 077 3
Pagina’s: 192
Prijs: € 15,-.
De roman ”Julia” van Otto de Kat -pseudoniem van de uitgever Jan Geurt Gaarlandt- is het aangrijpende relaas van een leven dat door een onverwachte ontmoeting volledig van koers verandert. De roman laat zien hoe wezenlijk het voor een mens is om de juiste keuzes te maken, zodat er geen schuld ontstaat die als een repeterende breuk tot het levenseinde doorgaat. De hoofdpersoon van ”Julia” is Chris Dudok. Chris is voorbestemd om zijn vader als directeur van de machinefabriek op te volgen. Hoewel hij liever met zijn neus in de literaire boeken zit en de voorkeur geeft aan dromend denken boven praktisch handelen, geeft Chris toe aan de wens van zijn vader.
Ter voorbereiding op de directeursfunctie gaat hij in 1938 naar de Duitse stad Lübeck om daar bij een bevriende fabrikant stage te lopen. In Lübeck ontmoet hij Julia Bender, die als ingenieur in de fabriek van de heer Knollenberg werkt. De ontmoeting met de sprankelende en creatieve Julia brengt in Chris iets teweeg dat begint bij verliefdheid en eindigt bij het gevoel dat hij Julia nooit meer uit zijn leven zal kunnen wegdenken.
Julia’s leven is bedreigd, vooral na de zogeheten Kristallnacht. Als kind van Joodse ouders dreigt zij het slachtoffer te worden van de barbaars optredende mannen van de SA en de Gestapo. Chris beschermt haar, maar hij doet dat niet zo onvoorwaardelijk als de omstandigheden dat van hem eisen. Hij volgt zelfs Julia’s dringende advies op om Lübeck zo gauw mogelijk te verlaten. Na de eerste en enige liefdesnacht keert Chris inderdaad terug naar Nederland. Nooit zal hij na deze terugkeer weer iets van Julia zelf horen.
Verlammend
Zijn leven verloopt verder volgens de geijkte patronen van maatschappelijke loopbaan en huwelijk: „Chris had zich vastgeklonken aan conventie, aan rigide regels van hoe het hoorde, kleren, omgangsvormen, taal: om zich niet te verliezen in de vrijheid die hij ooit had ondergaan. Het was het harnas van een ontheemde.”
Met het toegeven aan een in zijn hart niet gewenste huwelijk doet hij zijn vrouw schromelijk onrecht. Voor haar voelt hij niet veel meer dan iets halfslachtigs. Hij blijft een gesloten boek voor haar. Zijn gedachten gaan iedere dag automatisch in de richting van Julia. En dat blijven ze doen, ook nadat hij via zijn oude chef Knollenberg heeft gehoord hoe het met Julia na 1938 verder ging en ook nadat zijn vrouw is gestorven.
De roman vertelt het verhaal van Chris Dudok door het heden -waarin de bejaarde Chris uiteindelijk een einde aan zijn leven maakt- af te wisselen met zijn ervaringen uit het jaar 1938 in Lübeck en met latere episoden in zijn leven. Boven alles troont in grote letters de naam van Julia. De gedachte dat hij iets zeer essentieels heeft verzuimd, heeft een verlammende uitwerking op het levensgevoel van Chris. Door datgene wat hij na 1945 hoort uit de mond van Knollenberg nemen de verlammende gedachten over de zinloosheid van zijn leven alleen maar toe.
De verteller geeft een indringend beeld van Chris Dudok. Voor de lezer wordt hij daardoor niet alleen maar object van medelijden. Hij wordt ook onderwerp van kritische bezinning. Chris is zo sterk op zijn eigen gevoelsleven gericht dat hij daardoor het vermogen mist om het handelen in overeenstemming te brengen met de emoties van zijn innerlijk.
Onbehuisdheid
Op een gegeven ogenblik vraagt hij zich af hoe hij zich kan bevrijden van de ”gelukkigste maanden” in zijn leven. Maar hij weet bij voorbaat al dat die bevrijding niet zal lukken. Chris is zowel slachtoffer als dader. Hij is dader door zijn verzuim om handelend op te treden. Door zijn verzuim komt ook het citaat uit een herfstgedicht van Rainer Maria Rilke in een ander daglicht te staan. Na de zelfdoding vindt Chris’ directiechauffeur de volgende geschreven regels naast het lichaam van zijn chef: „Wer jetzt kein Haus hat baut sich keines mehr, wer jetzt allein ist wird es lange bleiben.” Dat is een schrijnende samenvatting van het leven van Chris Dudok en tegelijkertijd is het een oproep aan de lezer om erover na te denken wie er verantwoordelijk is voor de onbehuisdheid van deze deerniswekkende man.