Om de musea te compenseren voor de inkomsten die zij zullen mislopen en de kosten die ze extra moeten maken, is 9 miljoen euro nodig. „De minister wil niet meer dan 5,4 miljoen euro beschikbaar stellen”, aldus de museumvereniging. Ook zou Plasterk alleen de door het Rijk gesubsidieerde musea willen compenseren. „Dan zullen honderden andere musea niet voor deze groep kinderen gratis toegankelijk worden.”Volgens een woordvoerder van de bewindsman is er met de 5,4 miljoen heel wat te bereiken en moet het er ook voor, want meer geld is er niet. Minder dan de helft van het bedrag gaat naar de rijksmusea, die rechtstreeks onder de minister vallen en dus hoe dan ook gratis worden voor de kinderen.

In principe moet de 5,4 miljoen euro voor compensatie aan alle musea ook voldoende zijn, want het ministerie heeft dit bedrag gebaseerd op cijfers van het CBS, aldus de zegsman.

Minister Plasterk zei dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer dat er zelfs een marge is genomen van 30 procent ten gunste van de musea. Hij denkt dat de komst van meer kinderen de musea uiteindelijk geen windeieren zal leggen. Ze nemen hun ouders mee en die betalen wel. Daarnaast komen ze misschien terug als ze ouder zijn en dus ook betalen, aldus de bewindsman. De gevolgen zijn echter niet helemaal te voorspellen, het is natuurlijk eerst afwachten hoe het precies uitpakt.

Volgens Plasterk is er 2,1 miljoen euro voor de rijksmusea en 3,3 miljoen euro voor de andere om extra kosten de lenigen. „Ik denk dat het hiervoor kan. Als ze niet willen, dan blijft die 3,3 miljoen euro staan voor een andere vorm van cultuureducatie.” Het budget verhogen is uitgesloten: „Ik heb wel een boom in de tuin, maar daar groeien alleen kastanjes aan, geen geld.” Hij hoopt echter dat zijn plan het redt. „Laten we het aangaan, iedereen is er voor dat er meer kinderen naar de musea komen.” Plasterk bestreed de bewering dat hij niet meer wil praten met de Nederlandse Museumvereniging.