CU-top blij met steun achterban
ChristenUniepartijvoorzitter Blokhuis vindt het „bemoedigend” dat vier van de vijf ChristenUnieleden het rapport van de commissie-Cnossen steunen.
Dat zegt Blokhuis in reactie op het onderzoek van EO Netwerk en het Reformatorisch Dagblad naar de acceptatie van het rapport-Cnossen. „Binnen 24 uur na de presentatie van het rapport blijkt dat 80 procent van de leden ons voorstel steunt. Dat is veel. We hebben nog tot het congres van 14 juni de tijd om uit te leggen dat voor ons het rapport-Cnossen en het daarop gebaseerde voorstel van het partijbestuur een echt principieel standpunt is”, aldus de partijvoorzitter.Dat 18 procent van de kiezers zegt niet meer op de CU te stemmen als het voorstel wordt aanvaard, is volgens Blokhuis „niet verbazingwekkend.” Volgens hem zullen „uitleg en praktijk leiden tot herstel van vertrouwen.”
De woordvoerder van Blokhuis, Kuiper, erkent dat uit het onderzoek is af te leiden dat ChristenUnieleden hadden gewild dat het partijbestuur duidelijker had aangegeven dat mensen met een homoseksuele relatie de partij niet kunnen vertegenwoordigen. „Je kunt niet tegelijk besluiten geen lijst aan te leggen waarop staat welke gedragingen niet zijn toegestaan en vervolgens in de valkuil stappen om te zeggen dat je één leefwijze veroordeelt. Dan ondergraaf je je eigen betoog. Een kandidaat-vertegenwoordiger moet geloofwaardig zijn”, aldus Kuiper.
G. van den Brink, evangelisch theoloog uit Doorn, plaatste gisteren in het tv-programma Netwerk kritische kanttekeningen bij het rapport. „Sinds de ChristenUnie in de regering zit, ben ik minder enthousiast CU-lid. Het is een politiek rapport waarin iedereen te vriend wordt gehouden. Als de partij in de oppositie had gezeten, had het rapport er ongetwijfeld anders uitgezien”, aldus Van den Brink, die niet verward moet worden met prof. dr. G. van den Brink uit Woerden die deel uitmaakte van de commissie-Cnossen.
De bestuurdersvereniging van de ChristenUnie is juist „onder de indruk” van het rapport van de commissie-Cnossen, laat bestuurslid Schipper weten. „De boodschap is duidelijk: de kwaliteit van het openbaar bestuur staat of valt met de geloofwaardigheid van volksvertegenwoordigers en bestuurders. Doen wat je zegt. Dat dwingt respect af. Die les moeten alle politieke partijen ter harte nemen, maar zeker de partijen die zich in doen en laten willen laten leiden door de Bijbel”, aldus Schipper, die in het dagelijks leven wethouder is in Nunspeet.