Juichkreet
„Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus.”
1 Korinthe 15:57Overdenk toch de zegepraal van de christen over de overwonnen vijanden. Die luidt: O, dood waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? Hier zien wij de godvruchtige, als hij de dood voor ogen heeft en in het graf neerziet. Reeds ziet hij het monster en voelt de kille aandoening. Het graf ligt voor hem geopend en hij staat gereed erin te gaan.
Hoe is het in dit vreselijke ogenblik met hem gesteld? Trilt hij van vrees en deinst hij van schrik terug? Neen, hij is moedig als een leeuw en standvastig als een rots. Hij is gelijk een held die zijn voet op de nek van zijn vijanden zet. Zo juicht hij hierover. Hij kijkt de dood met een bedaarde kloekmoedigheid onder ogen en roept het uit: „O, dood, waar is uw prikkel?” Vergeefs wilt u mij beledigen. Ik veracht uw trotse bedreigingen, want zie, uw prikkel is weg. Ze is voor eeuwig weggenomen. Jezus, de grote Overwinnaar heeft hem u ontrukt. Omdat u uw prikkel kwijt bent, kunt u mijn geweten niet meer beschadigen.
O, dood, zeer spoedig zal uw rijk te gronde gaan. Weet dan dat ik, terwijl ik spoedig die donkere vallei zal betreden, geen kwaad zal vrezen. Want Christus, mijn grote Herder, en God mijn Vader zijn bij mij om mij te geleiden en in heerlijkheid op te voeren.
Abraham Booth,
predikant te Londen
(”Christens zeegepraal”, 1765)