Dat betekent dat het Europarlement „op ramkoers ligt" met de EU-lidstaten, meent VVD-Europarlementariër Hennis. Een aantal EU-landen als Duitsland, Frankrijk, Italië Griekenland en Groot-Brittannië is namelijk helemaal geen voorstander van het verder vrijmaken van de markt voor vrachtvervoer. Ze vrezen dat veel werk bij eigen transportbedrijven wordt overgenomen door goedkope chauffeurs uit Roemenië, Oekraïne en Wit-Rusland, waar lagere lonen worden betaald en minder streng op de arbeidsomstandigheden wordt gelet.Nederland is één van een tiental landen die juist wel voor volledige opening van de markt zijn. Die landen willen dat vrachtwagens vaker op de terugweg naar hun eigen land een vracht mogen vervoeren in een derde land (cabotage). Het is vanuit economisch en vanuit milieu-oogpunt slecht om vrachtwagens leeg te laten rijden over de snelwegen, redeneren deze landen.

De Europese Commissie komt in juni met nieuwe voorstellen en zal daarbij ook rekening moeten houden met de wensen van het Europees Parlement.

Nederland en België behoren tot de grootste cabotagevervoerders. Nederlandse transporteurs nemen 14 procent van de totale cabotage in de EU voor hun rekening. Binnen de Benelux en in Duitsland kunnen ze dat zonder problemen doen.