Boete geëist voor bijvoeren wild Epe
Door op het landgoed Het Hooge Zand in Epe herten, reeën en wilde zwijnen bij te voeren met mais heeft de 60-jarige C. A. J. J. de wildstand bevorderd. Hierdoor werd het natuurlijk evenwicht op de Veluwe verstoord.
Dit zei de Zutphense officier van justitie maandag tijdens een zitting van de economische politierechter. J. ontkende daar dat hij de eigenaar van het landgoed is; hij zou bedrijfsleider en pachter zijn.Officier Groeneboer eiste 3000 euro boete tegen J., die verder in een dagbladadvertentie in- en uitheemse diersoorten als fazanten, konijnen, hazen en patrijzen te koop zou hebben gevraagd. Andere verwijten van het openbaar ministerie zijn het loslaten van hazen in de vrije natuur en het onthouden van eten en drinken aan deze dieren. Meermalen zouden de verbalisanten hebben gezien dat er geen water en voer in de ren zat.
J. ontkent alle feiten; hij zou „als een kind zo blij zijn geweest” toen hij van de voormalige eigenaar toestemming kreeg om het landgoed te pachten om daar grof wild te kunnen afschieten. Het zou echter nooit zover gekomen zijn, omdat hij -toen dit alles in 2006 speelde- achter elkaar diverse hersenbloedingen en ziekenhuisopnamen zou hebben gehad. Volgens zijn advocaat was J. indertijd niet eens in Nederland geweest, maar in Oostenrijk, waar hij officieel woont.
Volgens advocaat mr. W. Oostveen zijn alle aantijgingen het gevolg van de problemen die ontstonden tussen een medewerker van het Geldersch Landschap en zijn cliënt. Het Geldersch Landschap zou zelf Het Hooge Zand voor weinig geld hebben willen kopen en toen dit niet lukte zou J. „gedemoniseerd” zijn door de medewerker „die verbeten doende was om J. er weg te krijgen.”
In plaats van uitleg te vragen over de werkzaamheden op het landgoed zou de man „hebben liggen loeren” en werd er stelselmatig geobserveerd. Inmiddels zou de rust op Het Hooge Zand zijn teruggekeerd.
Uitspraak op 2 juni.