„Boer nodig voor kamperen bij boer”
Kamperen bij de boer kan in Scherpenzeel alleen als je ook een redelijk volwaardige boerderij hebt, zo bleek maandag tijdens een rechtszaak bij de Raad van State.
Die behandelde een aantal uiteenlopende bezwaren tegen het bestemmingsplan Buitengebied van Scherpenzeel. Gemeenteambtenaar G. van Dijk stapte naar de Raad van State, omdat zijn eigen gemeentebestuur de agrarische bestemming van zijn boerderij aan de Barneveldsestraat in een woonbestemming heeft omgezet.Van Dijk erfde de boerderij van zijn schoonouders en wilde op de boerderij kippen, schapen en paarden gaan houden en een kampeerboerderij beginnen. Hij hoopt behalve zijn werk bij de gemeente enkele neveninkomsten uit de boerderij te putten.
Dat valt echter niet mee, bleek maandag in Den Haag. Hoewel Van Dijk een milieuvergunning voor een pluimveehouderij met 20.000 kippen heeft, kan hij niets beginnen. De boerderij heeft namelijk een woonbestemming gekregen.
De gemeentewoordvoerder van Scherpenzeel zei dat Van Dijk ook een vrijstelling voor ”kamperen bij de boer” is geweigerd, omdat voor ”kamperen bij de boer” een boer nodig is, en dat is Van Dijk (nog) niet.
De Raad van State vond het vreemd dat Van Dijk eerst van de gemeente een milieuvergunning voor een pluimveehouderij heeft gekregen, om vervolgens de agrarische bestemming weer kwijt te raken. Volgens de gemeente is de reden dat Van Dijk te lang heeft gewacht met het opzetten van een volwaardige pluimveehouderij.
Van Dijk zei evenwel dat hij nu niets meer kan beginnen, omdat hij geen stallen kan bouwen. De Raad van State gaat uitzoeken of Van Dijk correct is behandeld.