Kwetsbaar kind bij scheiding in de knel
Vooral kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen komen bij scheiding van de ouders in de knel. Daarom is het niet goed dat ouders na de scheiding in principe het gezamenlijk ouderlijk gezag over hun kinderen behouden.
Dat stelt Jeppesen de Boer, die op 23 mei aan de Universiteit Utrecht op dit onderwerp promoveert. Ze vindt dat de huidige omgangsregeling het kind geen optimale mogelijkheid biedt om in een veilige omgeving op te groeien.Sinds 1998 wordt in Nederland het gezamenlijk ouderlijk gezag na een scheiding vrijwel altijd voorgezet, ongeacht de vraag of ouders het hierover eens zijn. Dit geldt voor zowel getrouwde als voor samenwonende stellen.
Daarmee behouden beide ouders de mogelijkheid beslissingen te nemen over zaken zoals de verblijfplaats van het kind, schoolkeuze of het al dan niet ondergaan van medische behandelingen. De mooie bedoelingen ten spijt hebben deze ontwikkelingen ook een negatieve keerzijde, stelt Jeppesen de Boer, die haar verhaal baseert op studie van Nederlandse en Deense wetgeving.
Als ouders niet in staat zijn gezamenlijk gezag uit te oefenen, kunnen kinderen in gevaar komen. Jeppesen de Boer noemt als voorbeeld verslaafde kinderen, die juist veel behoefte hebben aan bescherming. Zij is er dan ook voor om het gezamenlijk gezag na scheiding te baseren op een overeenstemming tussen de ouders.
Daarmee voorkom je een hoop ellende, zoals jarenlange conflicten en procedures over de concrete gezagsuitoefening, over de hoofden kinderen heen. Jeppesen de Boer is voorstander van een terugkeer naar de regeling van vóór 1998, waarbij de ouders het gezamenlijke gezag bij scheiding expliciet moesten aanvragen.