„De deuren gaan dicht”
De situatie voor met uitzetting bedreigde Pakistaanse christenen in Nederland verslechtert. Die waarschuwing liet Watson Gill van het Pakistan Christian Congress (PCC) donderdag horen. „De deuren gaan dicht.”
Gill wijst op twee recente ontwikkelingen die de positie van Pakistaanse asielzoekers in Nederland aantasten. Door aanscherping van het toelatingsbeleid is het klimaat voor asielzoekers onaangenaam geworden, zegt hij. En bij de verkiezingen in Pakistan, vorige week, zijn „partijen aan de macht gekomen die fundamentalisme of zelfs moslimextremisme in het vaandel voeren.”
Voor christenen, aldus Gill, was het bij die verkiezingen onmogelijk zich politiek te organiseren. „Met geweld werden ze van de stembus weggehouden.” Hij roept de Nederlandse regering op zich rekenschap te geven van de gevolgen van een verscherpt asielbeleid. Eerder deze week diende hij bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst een verzoek in om een gesprek over de ernst van de situatie.
Volgens Gill wonen er in Nederland zo’n 400 Pakistaanse christenen. Minder dan tachtig van hen hebben een verblijfsstatus. De meesten kregen nul op rekest. De PCC-woordvoerder wil dat de Nederlandse autoriteiten hun positie in heroverweging nemen.
Asielzoekers die al vier of vijf jaar in Nederland verblijven, worden plotseling geconfronteerd met de dreiging te worden teruggestuurd naar een land waar hun leven ernstig in gevaar zal zijn, zegt Gill. „Neem bijvoorbeeld het gezin Egbert Elias in Deventer, dat al langer dan vijf jaar in Nederland woont. De kinderen verschillen in niets van andere kinderen: ze spreken vloeiend Nederlands en gaan gewoon naar school. Het gezin voelt zich gelukkig opgenomen in zijn omgeving. In die vijf Nederlandse jaren hebben ze regelmatig gekerkt; ze voelen zich een normaal onderdeel van de maatschappij.” Op dit moment, aldus Gill, leeft het gezin, onder de acute dreiging teruggestuurd te worden naar Pakistan en losgescheurd te worden van zijn vrienden, in een permanente staat van zorg en spanning.”
Volgens Gill is een goede opleiding voor zijn „broeders” in Nederland van groot belang. Hebben ze die genoten, dan zijn ze in staat zonder hulp „onrechtvaardige praktijken” te bevechten.
De situatie in Pakistan is de laatste tijd verslechterd. Gill: „Na wat de Amerikanen in Afghanistan hebben gedaan om de macht van de Taliban te breken, zijn in Pakistan sterk antichristelijke gevoelens naar boven gekomen. Alleen al in de afgelopen twee maanden zijn meer dan veertig onschuldige mensen om hun christelijk geloof vermoord, christelijke eigendommen vernietigd en valse aanklachten ingediend tegen christelijke jongeren en predikers. Tegen hen worden islamitische wetten in stelling gebracht.”
Het beeld dat de wereld heeft van de situatie in Pakistan is totaal verkeerd, zegt Gill. Hij werkt al dertien jaar voor het Pakistan Christian Congress (PCC), een organisatie die opkomt voor de rechten van Pakistaanse christenen. PCC wil de wereld duidelijk maken hoe het écht met hen gesteld is.
Tot 1996 was Gill betrokken bij christelijke protesten tegen de Pakistaanse regering. Zijn jongste broer, Samson, werd in 1997 door de politie gedood. Zelf heeft Gill met zijn gezin in Nederland een verblijfsstatus gekregen. „Mijn familie is veilig, maar ik kan mijn volk niet vergeten”, zegt hij. „Ze leven daar voortdurend in angst en vrees.” Tot de zeven christenen die eind vorige maand in Pakistan werden vermoord, behoorde ook een goede vriend van hem.
Gill: „En dan te bedenken dat de christelijke minderheid in Pakistan, evenals christelijke minderheden elders op de wereld, geen enkele bedreiging vormt voor de plaatselijke meerderheid.”