S P E L E V A R E N
Rustig tuffen door stille slootjes of door de grachten in de stad, met een glas binnen handbereik. Varen met een sloep wordt steeds populairder.
Zodra het kwik boven de 20 graden stijgt, komen ze onder hun dekzeil vandaan: sloepen.In alle soorten en maten zijn ze op de nationale binnenwateren te vinden. Vooral riviertjes als de Vecht en wateren als de Loosdrechtse Plassen zijn immens populair bij de bezitters.
Een sloep is makkelijk te bevaren. De boot kan niet harder dan 20 kilometer per uur en is niet langer dan 15 meter, zodat de stuurman geen vaarbewijs nodig heeft. De lage snelheid draagt bij aan de populariteit: aan boord kan makkelijk een glas rosé worden genuttigd. Tijd dus voor spelevaren.
Werkschuit
Aanvankelijk was de klassieke houten sloep een werkschuit. In de jaren tachtig van de vorige eeuw vielen recreanten voor het stoere uiterlijk van de boot. Gecombineerd met een stille motor en zachte kussens veranderden de schuiten van de zeelieden in luxueuze flaneervaartuigen.
Zo zijn de Victoriasloepen van het gelijknamige bedrijf uit Oudewater moderne uitvoeringen van een authentieke werksloep uit 1956. „Deze zeewaardige sloep heeft bij de aanleg van de Deltawerken laten zien wat hij waard is”, zegt Loek Brandenburg van Victoriasloepen. „Een stoer schip, ontworpen om zijn werk te kunnen doen in de ruwe zeegaten.”
Andere watersporters, die met hun surfplanken, zeilboten en ski’s veel waarde hechten aan snelheid, typeren de sloep als „drijvende picknickmand.” Dat lijkt de mooiweerrecreanten niet te deren. Op de Hiswa, de botententoonstelling in de Amsterdamse RAI, zijn de laatste jaren enkele hallen uitsluitend en alleen voor sloepen ingeruimd.
Luxe en comfort zetten de toon. Geld lijkt geen probleem, want ook onder de watersporters slaat de vergrijzing toe, weet Rikkert Graat van de Hiswa. „Na een leven vol fanatiek zeilen, kiezen steeds meer mensen ervoor passief te ontspannen op een motorboot. Anderen kiezen een zeilschip uit met alles erop en eraan dat beter bij de leeftijd past.”
En dus zijn zelfs de sloepen tegenwoordig varende paleisjes. Compleet ingericht met zachte zit- en rugkussens, wastafel, koelkastje, magnetron en dvd-installatie.
Zonnedek
Een beetje sloep kost algauw 30.000 euro. Minder kan ook. Watersportbedrijf Victorie Recreatie uit Loosdrecht levert de „fraaie overnaadse, dubbelschalige polyester spiegelsloep” Freedom 550 Classic voor 7900 euro. Kaal. Met „elektrische bilgepomp en zonnedek” doet-ie 9450 euro.
Voor fijnproevers is de prijs van een open bootje gemakkelijk op te voeren. De Wester-Engh 1000 Cabin met „opklapbare zwemopstapjes bevestigd op het roer” kost levering af werf te Alphen aan den Rijn 134.000 euro. Voor onder de romp gemonteerde vleugels moet 3200 euro extra worden neergeteld.
Volgens de branchevereniging Hiswa zijn er 1,5 miljoen watersporters in Nederland. Met elkaar bezitten ze 508.000 vaartuigen, waarvan er overigens 100.000 ongebruikt op de wal liggen. Kajuitzeiljachten vormen met 190.000 vaartuigen de grootste categorie, gevolgd door kajuitmotorjachten (140.000). Volgens de Hiswa dobberen er 37.000 open motorboten en 33.000 open zeilboten op de Nederlandse wateren. Verder zijn er 100.000 kano’s, kajaks en roeiboten.
De groei van het aantal sloepen is de laatste jaren ongekend. Een van de grootste bouwers, Maril, zag de productie verdubbelen. Dit jaar bouwt Maril 300 sloepen.
Sloep aan het stopcontact
Elektrisch varen heeft de toekomst. „Het is verkeerd om van de natuur te genieten terwijl je haar zelf aan het verpesten bent.”
Ko de Wolff is weg van de watersport. Naast zijn werk als ingenieur bij het waterschap bouwde hij jaren geleden zelf een sloep. Om in de wateren rond het Gelderse Heukelum mee te kunnen varen.
Een behoorlijke domper op het watersportplezier van de familie De Wolff was echter de dieselmotor. Die gebruikt veel energie en maakt bovendien flink wat herrie. Dat moest toch anders kunnen, redeneerde de ingenieur.
Toen zich eind 2005 de kans voordeed het watersportbedrijf Jachtservice Weerribben in Oldemarkt over te nemen, greep De Wolff zijn kans. Samen met zijn vrouw Marian en hun drie kinderen waagde hij de stap. Het huis in Heukelum werd verkocht en de Wolffjes vertrokken naar de Kop van Overijssel.
De ingenieur werd scheepsbouwer.
Uitstraling
„We hadden nog nooit van Oldemarkt gehoord”, zegt Marian in hun woning die op het bedrijfsterrein staat. Zij beheert de ShipShop, een watersportwinkel. En Ko bouwt sloepen: „Het moest mogelijk zijn een stille sloep te ontwikkelen die het milieu amper belast.”
Het moest een mooi vormgegeven sloep zijn met een luxe uitstraling, maar dan wel tegen een redelijke prijs. Dat is volgens De Wolff gelukt. „Zo’n sloep moet er goed uitzien, anders pakken mensen wel een roeiboot.”
d’Oldmarker is 5,3 meter lang, 2 meter breed, heeft een diepgang van 45 centimeter en een doorvaarthoogte van 95 centimeter. Zes personen kunnen er ruim in zitten. Bij normaal gebruik is de vaarduur acht uur. De boot weegt inclusief accu’s 750 kilo. De sloep kost zonder opties net geen 20.000 euro.
De ontwikkeling van d’Oldmarker duurde twee jaar („al mijn tijd is er in gaan zitten”) en kostte 200.000 euro. Ko de Wolff denkt er twintig per jaar te kunnen produceren. Hij maakt alles aan de boot zelf, behalve het stuurrad. „Dat komt uit China.” De levertijd is acht weken.
Hij heeft niet een sloep willen maken om snel rijk te worden. „Dan moet je zo’n ding helemaal blingbling aankleden en al het slechte in de mens naar boven halen, dat verkoopt. Maak een sloep met een garagedeur eronder en weet ik hoeveel paardenkrachten erachter en hij gaat als een speer. Het gaat er mij om dat we eens ophouden met het verspillen van energie. Ik wil de wereld verbeteren met elektrisch varen.”
Fluisterstil
In de werkplaats laat Ko de Wolff de polyesterromp van d’Oldmarker zien. De vorm van de romp is zodanig dat een hoge snelheid wordt bereikt met een minimum aan energie. De vier accu’s zijn onder de stoelen weggewerkt.
In het water is het bootje fluisterstil. De elektromotor is zo afgesteld dat hij bij het stilliggen voor bijvoorbeeld een brug afslaat. „Een dieselmotor blijft pruttelen.” Opladen gebeurt gewoon thuis aan het stopcontact. Voor wie langer van huis wil, biedt een generator uitkomst.
Natuurlijk is een sloep bedoeld voor het varen in natuurgebieden of kronkelige riviertjes. De Wolff durft met zijn Oldmarker echter ook het IJsselmeer op. „Mocht ik water maken, dan verlaat dat via een bepaalde voorziening het schip ook weer.”
Volgens De Wolff moeten mensen wennen aan elektrisch varen. „Het is net als met elektrische auto’s; onbekend maakt onbemind. De Toyota Prius kunnen ze nu niet aangesleept krijgen. Het is wel jammer dat je die niet zelf kunt opladen.”
Hij heeft het tij mee. Groen is in, de olieprijzen stijgen tot grote hoogten en steeds meer natuurgebieden gaan dicht voor vervuilende schepen. „Het is verkeerd om van de natuur te genieten terwijl je haar zelf aan het verpesten bent. Er komt een dag dat de dieselboten in Nederland in de minderheid zijn.”
Botenshow
Kijken, vergelijken en proefvaren? De Bataviahaven in Lelystad is de komende weken twee keer het toneel van een botenshow.
Van 21 tot en met 26 mei is de tweede editie van de Yacht Vision Boatshow, een breed aanbod van zeiljachten, motorboten en sloepen. Dagelijks geopend van 10.00 tot 18.00 uur. Toegang 15,00 euro, kinderen van 4 t/m 12 jaar 7,50 euro.
Op zaterdag 28 juni is de Bataviahaven voor de achtste keer het decor van de Nationale Sloepenshow. Jaarlijks bezoeken 35.000 mensen deze show. Er worden meer dan 160 geëxposeerde sloepen en vletten verwacht. Toen de Nationale Sloepenshow in 2000 voor de eerste maal werd gehouden, vormde de show slechts een bescheiden onderdeel van de Bataviahavendagen (voorheen Waterfestival Lelystad). Inmiddels is de show net zo groot als het watersportevenement waarvan het deel uitmaakt. Een groot deel van de bezoekers van de Bataviahavendagen komt speciaal voor de Nationale Sloepenshow. De show is geopend van 10.00 tot 17.00 uur en gratis toegankelijk. Ook parkeren is gratis.