„Piet Prins meeslepend en moralistisch”
Piet Prins, ofwel Piet Jongeling, zou verfilming van zijn boek ”Snuf de hond” zeker op prijs stellen, zegt minister Van Middelkoop van Defensie. „Hij was een man van cultuur.”
Zeker in orthodox-christelijke kring verslond generatie na generatie de jongensboeken van Piet Prins: Snuf de hond, Snuf en de jacht op Vliegende Volckert, Snuf en de Zwarte Toren, en nog een heel rijtje.In oorlogsmuseum Liberty Park in Overloon kreeg minister Van Middelkoop donderdag het eerste exemplaar van een gemoderniseerde versie van ”Snuf de hond” gepresenteerd. Het boek is een filmeditie, vooruitlopend op de film die vanaf deze zomer is te zien. In het museum loopt komende maanden voor de gelegenheid ook een expositie over de rol van honden in oorlogstijd.
Als medewerker van de toenmalige GPV-fractie maakte Van Middelkoop Kamerlid P. Jongeling in de jaren zeventig van de vorige eeuw van nabij mee. „Hij was een milde en vriendelijke man, hoewel niet altijd meteen te peilen.” Van Middelkoops achting voor Jongeling steeg toen die in het openbaar de degens kruiste met schrijver Godfried Bomans. „Voor mij was Bomans een eik van welsprekendheid en ironie. Ik had wat plaatsvervangende schaamte dat ons gereformeerde mannetje Jongeling het tegen hem op moest nemen. Maar uiteindelijk bleek Jongeling in het debat overeind te blijven. Hij tikte op zijn Bijbeltje en zei: Kijk, hier staat het allemaal.”
De jeugdboeken van Piet Prins zijn „ronduit spannend”, aldus de minister. „Ik las ze in één adem uit. Er komt veel actie in voor, al zijn sommige gebeurtenissen wat toevallig en hanteert de schrijver soms een moralistische toon. In ieder geval spreekt een hoofdfiguur als Tom, het baasje van Snuf, tot de verbeelding. Het is het type van de frisse Hollandse knaap, die risicovolle situaties niet uit de weg gaat.”
In de film komt het christelijke karakter van het boek veel minder tot uiting. Jammer?
„Dat is de vrijheid van de filmregisseur. In 2008 moet een film ook commercieel geëxploiteerd worden. Ik geloof wel dat er zeker christelijke elementen in de film naar voren komen. De notie dat het goede het kwaad overwint, heeft christelijke wortels.”
Zou Jongeling zelf een verfilming hebben gewild?
„Ja, daar ben ik vast van overtuigd. Hij was toch een man van cultuur.”
Hommage
Directeur B. van Hulst van uitgeverij De Vuurbaak, waar de boeken van Snuf worden uitgegeven, noemt de film een „hommage” aan Jongeling. De film kan ertoe leiden dat meer seculiere Nederlanders in aanraking komen met christelijke noties, denkt Van Hulst. „Nu liggen de boeken van Piet Prins weer in de schappen van landelijke winkelketens. Mensen lezen dan in zo’n boek over bijvoorbeeld de vanzelfsprekendheid van bidden voor je eten.”
Ook de Vuurbaakdirecteur stoort zich er niet aan dat de film beduidend minder christelijk van karakter is dan het boek. „In een film moet je het hebben van beelden, dan ligt het minder voor de hand om er expliciet christelijke boodschappen in te stoppen. Bovendien heeft Jongeling het boek zestig jaar geleden geschreven, toen het land nog grotendeels christelijk was. Dat is nu heel anders.”
Te ver
Dat minister Van Middelkoop de boeken van Jongeling „moralistisch” noemt, zit Herman Jongeling, oudste zoon van de auteur, zichtbaar niet lekker. „Zo’n typering vind ik veel te ver gaan. De boeken van mijn vader waren vooral spannende verhalen. Als zijn boek moralistisch is, dan zijn moderne jeugdboeken dat ook.”
Dat er in orthodox-christelijke kring bezwaren bestaan tegen het fenomeen film, kan Herman Jongeling zich voorstellen. „Achteraf moet je zeggen dat mensen die de televisie buiten de deur hielden omdat ze zichzelf niet vertrouwden gelijk hebben gehad.”
Tegelijk tekent de auteurszoon erbij aan dat een christelijk geloof dat rust op uiterlijke regels geen toekomst zal hebben. „Het gaat om het innerlijk. Als het slechts draait om het tv-apparaat, de hoedjes, de lange rokken dan zal het testament leeg blijken te zijn en is er een groot probleem.”