Blair sprak zijn boodschap uit drie dagen nadat Londen het mandaat van de katholiek-protestantse regering had ingetrokken en het bestuur over Noord-Ierland opnieuw op zich had genomen. De stap voorkwam het uiteenvallen van de coalitie, die uit onvrede over Sinn Fein en de IRA dreigde opgeblazen te worden door de protestanten.

De ontwikkeling leidde evenwel tot bezorgdheid dat machtsdeling, de centrale verworvenheid van het vredesakkoord van 1998, nooit meer mogelijk zal zijn. Blair benadrukte dat het voor Londen niet langer mogelijk is de IRA enige ruimte te geven. „Wij kunnen niet doorgaan met de IRA half binnen, half buiten dit proces. Niet alleen omdat het niet langer juist is, het werkt niet meer”, aldus de premier.

De Sinn-Fein-leiders Gerry Adams en Martin McGuinness zeiden in een reactie het hoogst onwaarschijnlijk te achten dat de IRA wordt ontbonden. Zij wezen er op dat ontbinding alleen mogelijk is als Londen tegemoetkomt aan de eisen van Sinn Fein/IRA, zoals beëindiging van politietoezicht op actievoerders en volledige terugtrekking van het Britse leger uit Noord-Ierland.

Blair deed zijn oproep nadat uit een opinieonderzoek van de BBC was gebleken dat de meeste protestanten niet langer achter het Goede-Vrijdagakkoord van 1998 staan. Terwijl in een referendum in 1998 nog 90 procent van de katholieken en ruim 50 procent van de protestanten het akkoord steunden, zijn die percentages inmiddels gedaald tot respectievelijk 82 en 33.