„Estland en Nederland begrijpen elkaar”
„We begrijpen elkaar goed”, zo omschrijft de president van Estland, Toomas Hendrik Ilves, de band tussen zijn onderdanen en de Nederlanders. „Nederland staat open voor nieuwe ideeën. Dat waardeer ik.”
President Ilves heeft eerder deze woensdagmiddag koningin Beatrix ontvangen. In zijn kamer staat het geschenk dat de vorstin zojuist heeft aangeboden nog op een speciaal tafeltje: twee peperdure tulpenvazen van Delfts blauw met gele bloemen erin. Op tafel staan nog de rode, witte en blauwe bloemen. Ilves neemt een klein uur de tijd om met vijf Nederlandse journalisten te praten.Waar heeft hij het met de koningin over gehad? „Over het succes van de ict-sector. Over Skype.” Dat bedrijf is de trots van elke Est. Het nagenoeg gratis bellen via internet is wereldwijd erg populair; in Nederland heeft het zelfs voor een nieuw werkwoord gezorgd: skypen.
Ilves is blij dat hij koningin Beatrix kan ontvangen. „Estland en Nederland zijn al eeuwen met elkaar verbonden. Cultureel, maar ook door de handel. Bovendien is dit het eerste staatsbezoek van een Nederlands staatshoofd aan Estland.”
Nederland is de president niet helemaal vreemd. „Mijn broer studeerde in Den Haag en spreekt vloeiend Nederlands. En toen ik lid was van het Europees Parlement had ik goede contacten met Nederlandse collega’s, zoals Max van den Berg en Joost Lagendijk.”
Ilves is sterk internationaal gericht, zegt hij. „Als president besteed ik veel aandacht aan de internationale betrekkingen. De minister van Buitenlandse Zaken vindt dat niet altijd leuk, maar ik zie het als mijn taak.”
Ilves is een zoon van Estse vluchtelingen en groeide op in het Zweedse Stockholm, studeerde in de Verenigde Staten en werkte daarna voor Radio Free Europe in München. Van 1993-1996 was hij ambassadeur voor Estland in de VS, Canada en Mexico. Toen riep zijn vaderland hem en werd hij minister van Buitenlandse Zaken (1996-2002). Daarna was hij parlementslid en had hij zitting in het Europees Parlement. Sinds 2006 is hij president. In 2011 loopt zijn termijn af.
Als president ziet de sociaaldemocratische Ilves zich vooral geroepen de Esten op de lange termijn te wijzen. „Veel mensen zijn geneigd niet verder dan vijf jaar vooruit te kijken. Ik probeer dat wel te doen en spreek daarover. Zo zijn er weinig Estse jongeren die scheikunde en wiskunde gaan studeren. Dat baart mij zorgen. Op de lange termijn zijn ook mensen met die kennis nodig. Ik heb eveneens gepleit voor een energiepolitiek. Ook die is nodig.”
Bij het langetermijndenken hoort de sterke gerichtheid op de Europese Unie en de NAVO, benadrukt Ilves in het gesprek. „De Esten zijn van alle lidstaten het meest optimistisch over de EU en zijn erg Europees gericht. Daarin speelt natuurlijk mee dat we nog maar kort lid zijn.”
Ook het verleden speelt daarbij een rol, zegt de president. „We hebben vele jaren van overheersing achter de rug. De Esten willen zelfstandig zijn.” De kansen voor Estland liggen in Europa, zegt Ilves.
Het NAVO-lidmaatschap en een goede band met de Verenigde Staten geven Estland de zekerheid dat de Russen het land niet nog een keer onder hun macht brengen, zoals tientallen jaren het geval was tijdens het Sovjettijdperk. „Overigens moet Europa niet vergeten dat het democratisch kan zijn omdat de Amerikanen het hebben bevrijd van de nazi’s.”
De Russen houdt Ilves liever wat op afstand. Er is absoluut geen sprake van een vrije pers in het buurland en de Russen hebben in Estland veel slechte dingen gedaan: onderdrukking, deportaties en veel te weinig investeringen. „We kunnen ze niet als bevrijders zien.” Ilves hoopt echter op verbetering van de onderlinge relatie in de toekomst.
De betrekkingen met Nederland stonden twee jaar geleden ook even onder druk. De president wil er niet veel over zeggen, maar vindt dat de toenmalige ambassadeur van Nederland, Hans Glaubitz, in Estland geen fraaie rol heeft gespeeld. Glaubitz beweerde dat hij vanwege zijn homoseksuele relatie met een zwarte vriend niet kon functioneren in Estland; iets wat Ilves tegenspreekt. Glaubitz had het niet naar zijn zin op de post in Estland en zocht daarom naar een argument om er weg te komen, denkt de president. Daar kan Nederland het mee doen.
Na drie kwartier stapt een adjudant de kamer van de president binnen. De intellectuele Ilves heeft geen zin om te stoppen en praat nog even door. Na een klein uur is het over. De president moet naar een volgende afspraak en hij moet zich voorbereiden op het staatsbanket met koningin Beatrix.