Die waarschuwing deed de algemeen deken van de orde, Willem Bekkers, woensdag in reactie op de publicatie van het jaarverslag van 2007. De overheid probeert volgens hem de verdedigingsrechten van verdachten aan te tasten.De orde is niet blind voor maatschappelijke ontwikkelingen, maar rechtsbescherming heeft grenzen „die nauwlettend moeten worden bewaakt”, meent Bekkers. „Daarom hebben we eerder al kenbaar gemaakt dat delen van de antiterreurwetgeving de grenzen van een goede rechtsbescherming overschrijden.”

Bekkers vindt dat al regelmatig is gebleken dat de grenzen in Nederland zeker niet vanzelfsprekend worden gerespecteerd. „De manier waarop onder anderen politici soms praten over de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten, raakt de rechtsstaat zelf”, weet de deken. „Niet zelden wordt de overal in de westerse wereld erkende en beschermde geheimhoudingsplicht van advocaten hier zonder grondige belangenafweging achtergesteld bij de bestrijding van de criminaliteit.”

Bekkers hekelt verder de kritiek die in zijn ogen de complete advocatuur nu in een kwaad daglicht stelt. „Generaliserende kritiek die de advocatuur ten onrechte in het verdachtenbankje plaatst, ondergraaft uiteindelijk het draagvlak voor rechtsbescherming in ons land. Dat kan iedereen vroeg of laat lelijk opbreken”, waarschuwt de deken.

Om daar zelf zo min mogelijk aanleiding voor te geven, verscherpt de orde het toezicht op en de handhaving van zijn eigen regels. „Een misdraging van een enkele advocaat wordt al snel aan de hele beroepsgroep toegedicht”, vindt Bekkers. „Om die reden zijn extra inspanningen nodig. Het huidige toezicht is overwegend reactief. Het reageert grotendeels op klachten. We willen een actiever toezicht.”