Economie

Ethiopië zet eigen koffie in ’t zonnetje

De Ethiopische regering lanceert een campagne om drie specifiek Ethiopische koffiesmaken meer bekendheid te geven. Zo’n campagne, gebaseerd op merknamen, is uniek voor een Afrikaans land. Een jarenlange strijd over het eigendom van de koffiemerken ging eraan vooraf.

Nico van den Berge
15 May 2008 09:26Gewijzigd op 14 November 2020 05:50
ADDIS ABEBA - De Ethiopische regering lanceert een campagne om drie specifiek Ethiopische koffiesmaken meer bekendheid te geven. Foto: een groep mannen drinkt traditionele Ethiopische koffie in Addis Abeba. Foto's EPA en RD
ADDIS ABEBA - De Ethiopische regering lanceert een campagne om drie specifiek Ethiopische koffiesmaken meer bekendheid te geven. Foto: een groep mannen drinkt traditionele Ethiopische koffie in Addis Abeba. Foto's EPA en RD

Dankzij het bezit van de nieuwe koffiemerken kunnen arme Ethiopische boeren op den duur tot 20 procent extra verdienen aan de verkoop van hun koffiebonen. Koffie is het belangrijkste exportproduct van Ethiopië. Vijftien miljoen Ethiopiërs zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van de verkoop van koffiebonen.De Ethiopische regering weigert te spreken over een reclamecampagne. Nee, het is veel meer. Trots heeft directeur Getachew Mengistie van het Ethiopische Intellectueel Eigendomsbureau (IPO) het over een managementprogramma. Mengistie: „Er zijn maar weinig ontwikkelingslanden die zich realiseren dat intellectuele eigendommen in deze globale economie een belangrijke rol spelen bij het genereren van extra inkomsten.”

Het komt erop neer dat Ethiopië sinds 2004 ruim zeventig grote en kleine koffiebedrijven zover heeft gekregen dat zij contractueel vastlegden dat de Ethiopische regering het eigendom bezit van het koffiemerk ”Ethiopian fine coffee”, kortweg: Ethiopian.

Het merk omvat drie koffiesmaken: Sidamo, Harar en Yigacheffe. Dat zijn drie streken in Ethiopië waar koffie met herkenbare en internationaal zeer gewaardeerde smaken wordt verbouwd. Deze koffiesoorten worden wereldwijd in speciaalzaken verkocht en ze zijn duurder dan gewone supermarktkoffie.

De Ethiopische regering had er nooit echt bij stilgestaan dat deze specifiek Ethiopische koffiesmaken financiële mogelijkheden boden. In 2004 startte het land een campagne om via het vastleggen van intellectueel eigendom van de koffiesmaken meer grip te krijgen op de marketing en verkoop van Sidamo-, Harar- en Yigacheffekoffie.

Dat gaat zo: bedrijven die in Amerika, Europa of elders in de wereld deze soorten koffie importeren, verwerken of verkopen, leggen in een contract vast dat het eigendom van het merk Ethiopian van de Ethiopische regering is. De merken worden daarna in de afzonderlijke landen officieel vastgelegd.

Het Afrikaanse land verleent die bedrijven vervolgens het recht om te handelen in ’haar’ koffie. De bedrijven zijn verplicht om de merknaam Ethiopian en daaronder de specifieke smaak (Sidamo, Harar of Yigacheffe) op de verpakking te vermelden.

Zodoende heeft de Ethiopische regering veel meer dan vroeger invloed op wat er met haar koffie gebeurt. Op dit moment hoeven meewerkende bedrijven nog niet extra te betalen voor de vergunningen, maar dat gaat binnen enkele jaren veranderen. Die extra inkomsten komen volgens de Ethiopische regering ten goede aan de arme koffieboeren.

Koffieboeren krijgen volgens de internationale ontwikkelingsorganisatie Oxfam op dit moment slechts 10 procent vergoed van de uiteindelijke verkoopprijs van hun koffie in westerse winkels. De overige 90 procent wordt verdiend door koffiebranderijen, groothandelaren en koffieverkopers.

Door zichzelf eigenaar te verklaren van het intellectuele eigendom van de smaaknamen, wil de Ethiopische regering op den duur meer van die inkomsten naar zich toetrekken. Eerst wordt de merknaam in de markt gezet, daarna kunnen de vergunningen om in deze koffie te handelen geld gaan opleveren.

Vooral het Amerikaanse koffieconcern Starbucks heeft de afgelopen jaren dwarsgelegen bij de poging van de Ethiopische regering om de submerken Sidamo, Harar en Yigacheffe officieel vast te leggen.

Over Yigacheffe deed Starbucks niet moeilijk, maar de bekendere smaken Sidamo en Harar konden volgens het concern onmogelijk een merk worden. Het argument van Starbucks was dat het algemene namen waren voor de smaak van verschillende soorten koffie. Met andere woorden, de Ethiopische regering kon deze twee koffiesmaken niet als merk laten registreren, omdat die smaak ook verkregen kon worden met koffiebonen uit andere landen.

Oxfam en andere ontwikkelingsorganisaties beschuldigden Starbucks ervan dat het concern arme Ethiopische boeren het recht wilde ontnemen om voldoende geld te verdienen met een product waar Starbucks schatrijk van werd. Onder die druk erkende Starbucks eind vorig jaar dat de Ethiopische regering de koffiesmaken wel als merk mocht vastleggen.

Het succes van Ethiopië bij het verkrijgen van het intellectueel eigendom van haar koffiesmaken, kan volgens experts vergaande gevolgen hebben. Wellicht dat nu ook andere regeringen of bedrijven in ontwikkelingslanden inzien dat het de moeite loont om wereldwijd officieel vast te leggen dat specifieke soorten voedsel of producten hun intellectuele eigendommen zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer