Khartoem jaagt op rebellenleider Darfur
De regering van Sudan heeft de premie verdubbeld voor inlichtingen die leiden tot de aanhouding van Khalil Ibrahim, de leider van de vooral in Darfur actieve Beweging voor Rechtvaardigheid en Gelijkheid (JEM).
De premie is verhoogd van 250 naar 500 miljoen Sudanese pond (246.000 dollar of 158.700 euro). De Sudanese staatstelevisie heeft dit gisteren gemeld.De JEM van Ibrahim voerde zaterdag een aanval uit in Omdurman, een voorstad van de hoofdstad Khartoem. Bij de aanval zijn volgens Human Rights Watch naar schatting zestig burgers omgekomen, maar volgens Sudan zijn 30 burgers gedood, alsmede 93 militairen, 13 politieagenten en zeker 100 rebellen.
Er zouden bij huiszoekingen en controleposten minstens honderd verdachten van betrokkenheid bij de aanval zijn aangehouden. HRW-directeur voor Afrika Georgette Gagnon zei bezorgd te zijn over het lot van de arrestanten. Gagnon wees op de slechte reputatie van de regering in Khartoem bij de behandeling van gearresteerde politieke tegenstanders.
De Sudanese televisie publiceerde een foto van Ibrahim en meldde dat de Sudanese inlichtingendienst een boodschap had onderschept tussen Ibrahim en Tsjadische leiders, waarin de JEM-leider zou hebben verzocht om een helikopter. Ibrahim zou zijn ondergedoken in een verlaten gebied ten noordoosten van Darfur. Sudan verbrak prompt de diplomatieke banden met Tsjaad en gaf de hoogste Tsjadische vertegenwoordiger in Khartoem gisteren een week de tijd om het land te verlaten.
De aanval op Omdurman kwam als een schok voor de regering, die zich veilig waande voor de Darfurse rebellen. De regering zei de aanval te hebben afgeslagen en een grootscheepse klopjacht op de rebellen en Ibrahim te hebben gelanceerd. Een mogelijke medestander van Ibrahim, oppositieleider Hassan al-Turabi, werd maandag gearresteerd en ondervraagd, waarna hij zijn vrijheid herkreeg.
Ibrahim zei maandag in een telefonisch interview met het persbureau Associated Press dat hij de strijd tegen de Sudanese regering zal voortzetten. Hij stelde dat zijn strijders overal in het uitgestrekte Sudan kunnen toeslaan. De JEM-leider zei te spreken vanuit Omdurman, waar hij bij zijn troepen zou verblijven.