De dwaalwegen van de Rote Armee Fraktion
De Duitse schrijver en rechter Bernhard Schlink heeft het gegeven van de vrijlating van een langgestrafte terrorist van de Rote Armee Fraktion (RAF) tot basis gemaakt van zijn roman ”Het eerste weekend”. Het boek toont zijn lezers hoezeer het menselijke denken ertoe neigt om zich binnen taal te verschansen, die geen relativering van buitenaf meer toelaat.
Tijdens de jaren zeventig van de vorige eeuw was West-Duitsland in de ban van de zogenaamde Rote Armee Fraktion. Dit was een uiterst militante groepering van communistisch geïnspireerde jonge mensen die met geweld tegen het zogenaamde systeem van kapitalisme en staat ageerde en het vermoorden van tegenstanders als noodzakelijke strategie beschouwde.Een van die tegenstanders was de industrieel Hanns-Martin Schleyer. Veel leden van de Rote Armee Fraktion zoals Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Gudrun Ensslin stierven in de gevangenis. Anderen zaten tientallen jaren gevangen. In 2007 kwam Brigitte Mohnhaupt na 24 jaar gevangenis vrij. Van Christian Klar, die meerdere moorden op zijn geweten had, wees bondspresident Horst Köhler het gratieverzoek in 2007 af. Klar had er toen al 22 jaar in de gevangenis opzitten. Eva Sibylle Haule kon in 2007 de gevangenis verlaten na 21 jaar vast te hebben gezeten.
Bernhard Schlink heeft het gegeven van de vrijlating van een langgestrafte RAF-terrorist tot basis gemaakt van zijn roman ”Het eerste weekend”. Na twintig jaar verlaat de zieke Jörg de gevangenis. Zijn zuster Christiane vangt hem tijdens zijn eerste weekend in vrijheid op in haar huis op het platteland van de provincie Brandenburg.
Conflicten
Christiane heeft Jörgs vrienden en kameraden van vroeger uitgenodigd om de hernieuwde vrijheid samen met hem te vieren. Het gevolg is een detectiveachtig isolement van een groep mensen van wie de ideeën over heden en verleden zeer uiteenlopen. Met dit georganiseerde weekend heeft Christiane een grote hoeveelheid conflictstof verzameld. Het verleden van Jörg is immers bepaald geen idylle. Hij heeft diverse mensen eigenhandig vermoord. Het ligt voor de hand dat zijn vrienden van weleer hem dat verleden voor de voeten zullen werpen.
Van vrijdagmiddag tot zondagmiddag is het gezelschap van vrienden en kennissen van Jörg op elkaar aangewezen. Vooral tijdens de maaltijden komen de vragen los. De centrale vraag is gericht op Jörgs verwerking van zijn gewelddadige verleden. Zijn vroegere vriend Ulrich wil weten of hij erop gerekend had dat hij in de gevangenis zou belanden: „Of had je gedacht dat je altijd zo door zou gaan en als terrorist je pensioengerechtigde leeftijd zou bereiken, je ergens terug zou kunnen trekken waar je door jonge terroristen zou worden verzorgd?” Hoe is Jörg met de door hem gepleegde moorden in het reine gekomen? Jörg heeft zich zo sterk verschanst achter de gedachte dat hij met de jaren in de gevangenis boete heeft gedaan voor zijn daden dat hij op geen enkele vraag een bevredigend antwoord kan geven.
Tot het gezelschap behoort Marko, een jonge revolutionair, die in Jörg de leider ziet voor de strijd tegen de economische globalisering anno 2008. Maar ook duikt een andere jongen op die heel anders tegenover de voormalige held van de Rote Armee Fraktion staat. Deze Ferdinand blijkt Jörgs zoon te zijn. Ferdinand overlaadt zijn vader met de ernstigste verwijten. In zijn strijd voor solidariteit met de verdoemden der aarde blijkt Jörg zijn eigen vrouw en kind gruwelijk te hebben verwaarloosd.
Tribunaal
Een weekend waarvan bedacht was dat het zou moeten fungeren als poort tot een nieuwe toekomst ontwikkelt zich tot een tribunaal dat niet meer als machtsinstrument in dienst van de zogeheten kapitalisten te neutraliseren valt. Van Jörg blijft vrijwel niets over. Hij is een trieste figuur, triester nog dan zijn vereerder Marko die de wereld met behulp van de meest domme revolutionaire clichés wil verbeteren.
Wat deze roman ons leert, is dat het denken van de mens ertoe neigt om zich binnen taal te verschansen, die geen relativering van buitenaf meer toelaat. Daarom is de in deze roman optredende predikante Karin interessant. Bij de uitleg van het Bijbelvers „De waarheid zal U vrijmaken” in het licht van de vraag naar de rol van de macht bij het vinden van de waarheid raakt zij het spoor bijster en geeft dit ook toe. Dat is sympathiek. Dit vermogen om eigen zwakheden toe te geven, hebben de anderen niet.
De roman boeit van begin tot eind. Jammer genoeg is Jörg niet meer dan een zwakkeling die geen woorden meer heeft om zijn visie op de geschiedenis te geven. Zou hij zelfs na de gevangenisstraf nog een krachtige revolutionair zijn geweest, dan hadden de argumenten van zijn tegenstanders zoveel meer aan overtuigingskracht kunnen winnen.
N.a.v. ”Het eerste weekend”, door Bernhard Schlink; vert. Gerda Meijerink; uitg. Cossee, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 5936 1973; 187 blz.; € 19,90.