Werkstraf na inbraak in kerk Schoonhoven
De twee inbrekers die in februari dit jaar ’s nachts de rooms-katholieke parochie in Schoonhoven met een bezoek vereerden, deden zich eerst te goed aan hapjes en wijn die ze daar aantroffen, alvorens zij zich uit de voeten maakten met de kerkschatten.
Dinsdag stonden de verdachten voor de Haagse politierechter. De mannen uit Lelystad (32) en Nunspeet (29) werden ieder veroordeeld tot negentig uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van twee weken.Een groot deel van de buit, zoals een Bernadettebeeld, een zilveren lessenaar, Bijbels, kruizen, schalen, zilveren kandelaren en andere kunstvoorwerpen ter waarde van duizenden euro’s, kwam terug omdat een van de daders spijt kreeg. Hij meldde zichzelf bij de politie.
De twee steigerbouwers kwamen binnen via een raampje van de kerk. Ze waren met de auto van hun baas in Schoonhoven beland en hadden al een flinke slok op toen ze besloten te gaan inbreken. Eerst dachten ze aan een juwelier, maar toen viel hun oog op de kerk. Eenmaal binnen gingen zij ook de pastorie in, waar eveneens spullen werden weggenomen.
Een deel van de buit -waaronder het beeld- werd teruggevonden langs de rijksweg A4. Andere spullen werden teruggegeven aan de kerk, maar er zouden nog een klok, een hostieschaal en een wijwaterschaal worden vermist.
De 29-jarige verdachte die zichzelf had aangegeven, schreef de pastoor een excuusbrief. Hij was op inbrekerspad gegaan omdat hij schulden had, zei hij. Hij is niet ontslagen door zijn baas, maar wel officieel gewaarschuwd. De ander -een voorman van het bedrijf- is wel ontslagen. Hij zei voor zichzelf te willen beginnen.
De officier van justitie eiste tegen beide mannen een werkstraf van 120 uur.