Voedselcrisis scherpt onvrede in Irak aan
Ook Irak ontsnapt niet aan de scherpe stijging van de voedselprijzen. In de stad Fallujah, die in 2004 grotendeels vernield werd bij gevechten, zorgen ze voor bijkomend ongenoegen over de VS en de bezettingstroepen.
„Dit land was vervloekt vanaf het moment dat de Amerikanen er voet aan de grond hebben gezet”, zegt Burhan Jassim, een boer uit Sichir, een dorpje net buiten Fallujah. „Irak is altijd gezegend geweest met de beste productie in kwaliteit en kwantiteit, maar kijk nu eens wat voor een woestenij het geworden is.”Fallujah had erg te lijden onder de Amerikaanse militaire operaties in 2004. De streek rond de stad, die zo’n 70 kilometer ten westen van Bagdad ligt, is traditioneel een van de meest productieve landbouwregio’s van Irak. De boeren verbouwden voornamelijk tomaten, komkommers en aardappelen. De hele streek was ook rijk aan dadelpalmen en kleine fruitplantages. Maar de laatste jaren is de productie herleid tot een fractie van de vroegere oogsten.
„We zijn overgeschakeld op dieselmotoren om ons in te dekken tegen de stroomuitval tijdens de VN-sancties (in de jaren negentig, red.)”, zegt Raad Sammy, een landbouwingenieur met een kleine boerderij in Saqlawiya aan de rand van Fallujah. „Toen hadden we nog een minimum van twaalf uur elektriciteit per dag. Nu krijgen we bijna geen stroom meer, maar ook aan brandstof is gebrek. En we betalen verschrikkelijk hoge prijzen aan de pomp.”
De prijs voor landbouwproducten is de hoogte ingeschoten. „De gemiddelde prijs voor een kilo tomaten is ongeveer 1 dollar”, zegt Yasseen Kamil, een kruidenier in Fallujah. „En die prijs geldt alleen als er geen crisis is, zoals een Amerikaanse blokkade van de invalswegen. In de winter verdubbelt de prijs, als we alles moeten importeren uit Syrië en Jordanië.”
Inwoners van Fallujah klagen dat voedsel onbetaalbaar is geworden. Het gemiddelde inkomen van een bediende bedraagt 110 euro per maand - arbeiders verdienen meestal niet meer dan 65 euro. Door de hoge werkloosheid is de streek kwetsbaarder voor de voedselcrisis dan andere regio’s.
„De sociale effecten van de situatie zijn enorm”, zegt Ahmed Munqith, een inwoner van de stad. „De voedselcrisis heeft voor uitgebreide corruptie gezorgd, en de criminaliteitscijfers stijgen naar een hoogtepunt.”
De Irakezen zijn ervan overtuigd dat de bezettingsmacht er de hand in heeft. „De prijzen stijgen en het leven in deze stad en in heel Irak is moeilijk omdat het zo gepland is”, zegt sjeik Ala’in, een geestelijke in Fallujah. „De bezettingstroepen hebben deze armoede gepland omdat ze Irakezen dan kunnen laten werken als politiemannen of spionnen. Irak drijft op een meer van olie, maar er is geen brandstof om de waterpompen te bedienen. Wat een ironie.”
De inwoners weten wel dat er een wereldwijde voedselcrisis aan de gang is, maar ze wijzen erop dat hun crisis vooral het gevolg is van lokale factoren, zoals een gebrek aan water, brandstof en elektriciteit.
Wat de reden ook is, ze willen dat de situatie zo snel mogelijk verbetert. „We willen ons leven terug”, zegt Nada, een studente. „We willen eten, kleren kopen, een degelijke opleiding krijgen en schone lucht inademen. De Amerikanen helpen daarbij niet: ze hebben de ene helft van de bevolking gedood en zijn nu de andere helft aan het uithongeren.”
Volgens cijfers van de Verenigde Naties hebben ongeveer 4 miljoen mensen in Irak niet voldoende te eten, terwijl ongeveer 40 procent van de 27,5 miljoen Irakezen geen toegang heeft tot schoon drinkwater. Minstens 30 procent van de bevolking heeft geen toegang tot degelijke gezondheidszorg.