De prikkel
Waren er geen zonden, dan waren er geen wonden. Dan waren wij geen overtreders geworden en waren onze harten volmaakt zuiver in Gods oog. Ons gehele gedrag zou volmaakt overeenkomen met Zijn heilige wet. Wij zouden geen reden hebben om die koning der verschrikking te duchten. Wij waren dan vrij van zijn gebied en buiten het bereik van zijn vermogen.
Echter, wij zijn tegen onze Schepper opgestaan en hebben Zijn billijke voorschriften met voeten getreden. Wij hebben, rechtvaardig, al het goede ten enenmale verbeurd en ons aan een eindeloos verderf onderworpen. Wij beven op het gezicht van de dood en zijn verschrikt als hij tot ons nadert. Ja, de zonde maakt de dood tot een vloek en doet ons met recht verschrikken. De dood, met deze prikkel gewapend, is niets anders dan een dienaar van de goddelijke rechtvaardigheid om de misdadiger te grijpen en hem in de gevangenis en ter vierschaar te slepen.Vandaar dat de groten van de aarde voor deze ontzaglijke vijand sidderen en de brutaalste sterveling, indien zijn geweten niet als een brandijzer is toegeschroeid, bij zijn nadering de slaafse vrees gevoelt. Want de zonde is een verschrikkelijk kwaad, omdat ze ons aan de macht van de dood onderwerpt.
Abraham Booth, predikant te Londen (”Christens zeegepraal”, 1765)