Inspiratie voor zijn boek deed Van der Velden op in de vijftig jaar dat hij ondernemer is. Computerbedrijf Cor van de Velden (CCV) is opgericht in 1958 als accountantspraktijk. „Toen ik jong was, droomde ik dat ik later een eigen zaak zou hebben. Op school boekte ik slechte resultaten. Het was geen bewuste keus dat ik op een accountantskantoor terechtkwam”, zegt Van de Velden in zijn riante werkkamer op de derde verdieping van het CCV-pand langs de Rijn in Arnhem.In 1968 werd Van de Velden actief in de automatiseringsbranche. „We verwerkten de dagstaten van benzineverkooppunten; van Shell en Esso en later ook van BP en Texaco.”

Benzinestations kregen in de jaren zestig en zeventig steeds meer te maken met overvallen. Ze vroegen Van de Velden daarom een systeem te bedenken waardoor het kasgeld zou verminderen. „CCV kwam eerst met lokale kredietkaarten. Later zouden wij met de Postbank in zee gaan om een landelijk dekkend systeem te krijgen. Maar de avond voor de dag waarop we een belangrijke afspraak hadden, verplichtte de directeur van De Nederlandsche Bank dat de banken samen een systeem op moesten zetten.”

Pinpas
Die gingen vervolgens in zee met het bedrijf dat later Interpay en ten slotte Currence zou gaan heten. Medio jaren tachtig ontwikkelde CCV de hardware om pintransacties via de telefoonlijn te doen. „We ontwikkelden de apparaatjes waar de pinpas in wordt gestoken en we regelen dat de betaling kan plaatshebben. CCV heeft op dit moment ongeveer 60 procent van de markt van het elektronisch betalingsverkeer in handen.”

Is het nog geen tijd om met pensioen te gaan?

Van de Velden: „Nou, niet direct. Ik werk alleen dinsdags op kantoor en verder nog één tot twee dagen thuis. Er zijn ook presidenten die 77 jaar oud zijn. Maar je kunt beter directeur van CCV zijn dan president.”

Overname
CCV heeft in de belangstelling gestaan van andere bedrijven, zegt de Arnhemse ondernemer. „Rond 2000 meldde zich een investeringsonderneming. Maar het was een partij die een andere stijl van ondernemen had. Winst stond daar centraal. Voor mij was de vraag belangrijk wat een overname voor het personeel betekent. Daarom ging het niet door.”

Winst behalen is toch cruciaal voor het voortbestaan van een bedrijf?

„Jazeker, de vraag is alleen: ten koste van wat allemaal. Als het slecht gaat met mijn bedrijf ontsla ik niet meteen een deel van de werknemers. Vanuit mijn christelijke achtergrond is zorg voor mensen belangrijk.”

Inmiddels werken er meer dan 600 mensen bij CCV, waarvan de meesten in Nederland. Ook in België, Zwitserland en Duitsland heeft CCV bedrijven. Het bedrijf heeft een omzet van 67 miljoen euro.

Hoe geeft u vorm aan maatschappelijk verantwoord ondernemen?

„Ik vind mijn personeel belangrijk. Een werkgever moet mensen werk geven en ze er niet zomaar uitzetten als het wat tegenzit. Eind jaren tachtig zijn we al begonnen met een antirookbeleid. Verder steun ik projecten in het buitenland, zoals de bouw van een school in Indonesië.”

Mentaliteit
Door de vele reizen die Van de Velden maakte, kwam hij er achter dat de mentaliteit vooral in West-Europa is veranderd. „Mensen bepalen tegenwoordig zelf wat ze willen, denken vooral aan zichzelf, willen veel geld hebben en zijn steeds meer afkerig van God en religie”, aldus Van de Velden. „Dit komt mede doordat een bepaalde groep theologen een deel van wat in de Bijbel staat als verzonnen beschouwt.”

In zijn boek ”Toevallig is God niet dood”, dat onlangs verscheen, stelt Van de Velden dat God leeft. „Wetenschap en evolutie zouden bewijzen dat God niet bestaat en dat past in het straatje van mensen die excuses zoeken om zondags niet meer naar de kerk te gaan. Ik laat in mijn boek zien dat die excuses ongeldig zijn.”

Volgens Van de Velden sluit de evolutietheorie het scheppingsverhaal niet uit. „God is de initiator van de evolutie. Hij is een Geest die overal te zien is, zoals ook de geest van magnetisme en zwaartekracht overal doorheen trekt.”

Bijna-doodervaring
God laat zich niet bewijzen, zegt de Arnhemse ondernemer. „Allerlei verrassingen, zoals wonderen in de Bijbel en bijna-doodervaringen, maken me enthousiast wel in Hem te geloven. Hij geeft ons liefde en in Zijn Zoon een voorbeeld om te leven. God wíl zich ook niet laten bewijzen. Wij hebben de opdracht iets voor Hem te betekenen; Hij vraagt daden van ons. Daarom zit ik hier nog.”

Deze opdracht wil Van de Velden aan zijn werknemers en aan alle Nederlanders meegeven. „Voor alle werknemers is een exemplaar van het boek beschikbaar. Ze moeten er wel om vragen. Inmiddels deed twee derde dit. Iedereen moet de opdracht van God uitvoeren en Jezus als voorbeeld nemen. We moeten niet arrogant zijn, maar ons klein voelen voor God. Dat zal de mentaliteit in Nederland ten goede komen.”

Inmiddels zijn sinds half februari zo’n 800 exemplaren van het boek verkocht. Van de Velden hoopte op veel hogere oplages. „Maar misschien blijf ik een roepende in de woestijn.”

www.toevalligisgodnietdood.nl