Puzzelen met EU over poppetjes
Als het aan het publiek ligt, wordt Tony Blair de eerste president van de EU. Althans, dat concluderen we uit een enquête van het onderzoeksbureau Harris Interactive. De scores van de Britse ex-premier zijn niet bijster indrukwekkend, maar hij steekt in de peiling wel met kop en schouders boven zijn concurrenten uit. Aan zijn thuisfront, in het Verenigd Koninkrijk, noemt 13 procent van de ondervraagden hem als de favoriete kandidaat, in Frankrijk 8 procent en in Duitsland 4 procent.
Een groot deel van de Europeanen vindt trouwens dat er helemaal geen president moet komen, blijkt uit de resultaten. In het VK denkt 46 procent er zo over, in Duitsland 32 procent en in Frankrijk 21 procent. Wellicht ter geruststelling van deze mensen valt aan te tekenen dat het geen echte president wordt, geen tegenhanger van de Amerikaanse. Wat precies zijn taken zullen zijn, staat nog niet vast. In ieder geval hanteert hij straks de voorzittershamer van de Europese Raad, het gezelschap van regeringsleiders. Verder zal het vooral afhangen van de persoon en diens geldingsdrang in hoeverre hij of zij een stempel weet te drukken op het beleid. Hoewel een beslissing over de bezetting van deze in het Verdrag van Lissabon gecreëerde functie op z’n vroegst in de herfst aan de orde is, houdt het onderwerp de gemoederen al flink bezig.Er zijn tussen nu en pakweg ruim een jaar meer voor politici aantrekkelijke banen in de top van de EU in de aanbieding. Zo treedt er een coördinator voor het buitenlands beleid aan die over uitgebreidere bevoegdheden beschikt dan de huidige. Dan hebben we het over de man of vrouw die in het hervormingsverdrag geen minister mocht heten. Verder is een voorzitter nodig voor de nieuwe Europese Commissie -geniet de Portugees Barroso onder de 27 regeringen steun voor een tweede termijn?- en voor het in juni 2009 te kiezen Europees Parlement.
Het wordt een ingewikkelde legpuzzel, want er moet bij de besluitvorming met veel aspecten rekening worden gehouden: een evenwichtige verdeling tussen de belangrijkste politieke stromingen, tussen de grote en de kleine landen, tussen de oude en de nieuwe lidstaten en tussen mannen en vrouwen. Voor dit laatste brak de vicevoorzitter van de zittende Commissie, Wallström, onlangs een lans. Elke partij in dit proces wenst uiteraard in het totaalplaatje op de een of andere manier vertegenwoordigd te zijn. Of dat lukt, is zeer de vraag.
De onderhandelingen vinden plaats in de achterkamertjes, onttrokken aan het oog van de bevolking. Is het misschien een idee dat de Unie een prijsvraag uitschrijft, onder het motto: Puzzel mee met Europa over de poppetjes; en met als inzet: Wie raadt welke prominenten op de verschillende posten uit het pakket terechtkomen? Dan ervaart het publiek mogelijk toch een zekere betrokkenheid. De EU dichter bij de burger brengen, daar zet Brussel zich immers voortdurend voor in.
Alvast een bijdrage van mijn kant. Laten we eens een lijstje maken: Juncker, christendemocraat en premier en tevens minister van Financiën van Luxemburg, wordt president; Barroso, eveneens van centrumrechts, blijft aan als aanvoerder van de Europese Commissie; de Poolse oud-premier Buzek, ook al christendemocraat, en de Duitser Schulz, momenteel fractieleider van de socialisten in het EP, krijgen elk een helft van het voorzitterschap van het Parlement in de komende vijfjaarsperiode toebedeeld. Rest nog de ’minister’ van Buitenlandse Zaken. Lijkt me iets voor een liberaal uit de noordelijke regio. Zo iemand is met de Deense premier Rasmussen voorhanden. Missen we wel een vrouw in dat kwartet.
Ach, allemaal maar vergeten. Rond dit soort benoemingen zijn voorspellingen weinig waard, leert de ervaring. Bij een verrassende ontknoping, zou daar niet voor het eerst sprake van zijn.
A. A. C. de Rooij
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.