Knobbels beklimmen voor een zusterkerk
Ze fietsten van Moldavië naar Nederland, van Chisinau naar Kampen. Het leverde 47.600 euro op, onder meer voor de bouw van een gaarkeuken in een kerkgebouw.
Zaterdagavond om 18.10 uur, slechts tien minuten later dan gepland, stapten de fietsers af bij de Bovenkerk in Kampen. „Het is allemaal wonderlijk goed verlopen”, zegt initiatiefnemer A. Selles.Sinds twee jaar spant de Stichting ”Harul”, Moldavië zich in voor de bouw van een kerk/multifunctioneel centrum voor de gemeente Harul in Chisinau. De hervormde gemeente in Kampen verstrekt al jaren diaconale hulp aan deze gemeente. Er wordt ook steun geboden aan het gezin van ds. M. Yatsenko, de op 42-jarige leeftijd overleden voorganger van Chisinau.
De gemeente in de Moldavische hoofdstad hield diensten in een school, maar medio 2005 verbood de nieuwe -communistische- regering godsdienstige activiteiten in overheidsgebouwen. De gemeente komt nu samen in een noodgebouw en is begonnen met de bouw van een kerk. Het gebouw komt in een wijk met relatief veel blinde mensen. De gemeente verstrekt hun maaltijden en wil daarvoor in het multifunctionele centrum onder de kerk een gaarkeuken realiseren.
Voor de financiering van die gaarkeuken stapten dertien mannen uit Kampen en Ermelo op de fiets, na in Nederland maandenlang getraind te hebben. De oudste was 57 jaar, de jongste 25. Vier van hen reden de hele route naar Nederland, 2200 kilometer lang. De anderen wisselden elkaar halverwege af.
„In Chisinau zwaaide de hele gemeente ons uit”, zegt Selles. „Eerst werd een bijeenkomst op de bouwplaats van de kerk gehouden. De dominee sprak ons toe, een orkest speelde, twee predikanten legden ons de zegen op en baden voor ons. We wilden eten voor onderweg meenemen de grens over. Dat mag eigenlijk niet, maar bij de grens werd er niet naar gevraagd. Ze wisten waarvoor we fietsten.”
De route voerde door Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. Zaterdagavond zat het erop. „Na dertien dagen fietsen, onderbroken door de zondag, die we in een Oostenrijks dorpje doorbrachten. Het is allemaal heel goed gegaan. Slechts drie keer een lekke band! De meeste dagen hadden we gunstig weer. Eén keer zijn we vanwege de kou en de regen gestopt; sommigen stonden echt te rillen. Hier en daar moesten we behoorlijke hoogteverschillen overbruggen; er zaten een paar stevige knobbels in de route. Met een snelheid van 10,11 kilometer omhoog, met 70,80 kilometer omlaag. In de Karpaten hebben we een paar stukken met busjes overbrugd; daar zou de afdaling veel te gevaarlijk zijn geweest.
We hebben veel tegen- en zijwind gehad, maar ook een paar dagen de wind mee, onder andere de laatste dag. Zadelpijn? De eerste week een beetje, de tweede week niet meer.”
Sponsorende bedrijven zorgden voor gratis voedsel en reparatiespullen voor onderweg. De tocht leverde bijna een halve ton op voor de zustergemeente in Moldavië.