Cultuur & boeken

Donna Tartt laat het raadsel bestaan

Titel:

16 October 2002 13:31Gewijzigd op 13 November 2020 23:52

”De kleine vriend”
Auteur: Donna Tartt
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2002
ISBN 90 234 0355 x
Pagina’s: 608
Prijs: € 27,50. Het boek ligt al enkele weken op huizenhoge stapels in alle boekwinkels. De titel is zelfs doorgedrongen tot de toptien van het RD. Het portret van de schrijfster hangt in bushokjes. En haar lezers staan urenlang in de rij voor een gesigneerd exemplaar. ”De kleine vriend” van Donna Tartt is de hype van dit najaar, vooral dankzij de slimmigheid van uitgever Robbert Ammerlaan van De Bezige Bij, die ervoor zorgde dat de Nederlandse vertaling een maand eerder verscheen dan het Engelse origineel, dat deze week uitkomt.

Donna Tartt (1965) is een fenomeen. Tien jaar geleden debuteerde zij met ”The Secret History” (”De verborgen geschiedenis”), waarvan alleen al in Nederland 770.000 exemplaren over de toonbank gingen. Daarmee is het boek een van de bestverkochte aller tijden. Ook toen al was alle publiciteit zorgvuldig georkestreerd. Het ging dan ook om een boek waarvoor de schrijfster bij inlevering van het manuscript al een voorschot van een half miljoen dollar had gekregen.

Die schrijfster was een Amerikaanse vrouw, „young, bright and beautiful”, die zich als het nieuwe, grote literaire talent liet aandienen. Ook toen waren er die signeersessies. Ook toen stuitte ze op een collectieve verliefdheid. En ook toen al zetten lezers hun wekker een uur vroeger om verder te lezen in dat dikke boek van ruim 500 pagina’s dat zo ongemeen spannend was. In het gezaghebbende Times Literary Supplement riep niemand minder dan de befaamde literatuurcriticus George Steiner ”De verborgen geschiedenis” tot hét boek van 1992 uit. „Deze jonge schrijfster heeft de arrogante onbeschaamdheid te melden dat extreem geweld kan gedijen in een klimaat van esoterische geleerdheid en mandarijnendom”, aldus Steiner.

Snobisme
”De verborgen geschiedenis” ging dus over de relatie tussen arcane geleerdheid en geweld. Een groepje studenten aan een universiteit in Vermont demonstreert zijn superioriteit door klassiek Grieks te studeren. Zij raken in de ban van de oude, geheimzinnige classicus Julian Morrow en geven zich over aan een Dionysische seance, waarbij een willekeurige voorbijganger om het leven komt. Een vriendje dat weet van de moord en gevaar kan opleveren, wordt door het groepje in een ravijn geduwd, er volgt ook nog een zelfmoord en ten slotte voor de overlevenden een toekomst vol gewetenswroeging. De schakels van het kwaad dus, in gang gezet door de ”hubris”, overmoed.

Het recensentenvolkje -kritisch als altijd, zeker als het een kassucces betreft- sleep de messen om boek en schrijfster te ontmaskeren. Maar de een na de ander moest erkennen dat het gewoon een heel goed geschreven boek was, en inderdaad heel erg spannend.

Wat toen onopgemerkt bleef, was dat het verhaal geïnspireerd was -direct of indirect- door een boek van de Engelse classicus E. R. Dodds. Dat boek (”The Greeks and the Irrational” uit 1951) behandelt de duistere kant van de Griekse cultuur. Zodra die cultuur een stadium had bereikt waarin het rationele, gewetensvolle en de persoonlijke verantwoordelijkheid dominant waren geworden, zocht die duistere kant een ontlading in het irrationele en demonische: in de Dionysische extase, de gruwelijke werkelijkheid van moordzucht en kannibalisme.

Tartt heeft dat thema dus aangegrepen om een traditioneel moordverhaal een elitaire setting te geven. Om het boek hangt dan ook een geur van pretentie, zo niet van snobisme. Tartt laat haar studenten zelfs Oudgrieks met elkaar spreken, wat zelfs de wildst geleerde classici nauwelijks is voorbehouden. Van haar eigen Grieks klopte bovendien niet veel. „Beauty is terror” („Schoonheid is angstaanjagend”) is de frase die als motief telkens in het boek opduikt, maar het Griekse gezegde waarin die gedachte zou moeten zijn uitgedrukt, zegt toch echt niet meer dan dat de schone dingen het moeilijkst zijn.

Kindermoord
De grote vraag na dit sensationele debuut was natuurlijk of Tartt op overzienbare termijn met een tweede boek zou komen en of dat boek een waardige opvolger van haar eersteling zou zijn. Tartt was inmiddels een cultfiguur, die bij interviews vooral vragen kreeg over de kleur van haar pyjama of het nachtleven van New York. Zij trok zich terug -en dat was natuurlijk om meerdere redenen slim- in haar schrijfhuisje: een oude tabaksboerderij in Virginia. Daar, in het zuiden van de Verenigde Staten (om precies te zijn in Mississippi), liggen ook haar wortels. En dit Mississippi -waar het leven gedomineerd wordt door vertellende tantes, klamme hitte, slaperigheid, armoede en racisme- vormt ook het decor van haar tweede boek, waarmee ze na tien jaar zelfgekozen eenzaamheid naar buiten is getreden.

Ook dit boek is een moordverhaal, ook dit boek is weer lekker dik. Maar het lijkt verder in weinig op ”The Secret History”. Dit keer gaat het om kindermoord en kinderwraak in de jaren zeventig. Het boek begint met de even gruwelijke als onverklaarbare moord op de negenjarige Robin Cleve Dufresne. Hij wordt dood gevonden aan een tak achter in de tuin van zijn ouderlijk huis in Alexandria. Twaalf jaar later wordt de draad weer opgepakt, wanneer Robins zusje Harriet, op het tijdstip van de moord drie maanden oud, besluit om samen met haar vriendje Hely de moord op te lossen en de dader te straffen.

Het boek gaat ook over lezen, want Harriet leest veel. ”Schateiland” van Stevenson, een boek over kinderen en piraten, zet haar tot haar daden aan. Met al haar boekenwijsheid stuit zij op de ingewikkelde werkelijkheid die zich niet laat ontrafelen.

Mysterie
Loom als het leven in het zuiden van de Verenigde Staten zelf (men vergelijke de Dixie-romans van Julien Green) ontvouwt zich het vervolg. Tartt voert een kleurrijke reeks personages op: de enige verdachte, Danny Ratcliff, een asociale blanke die zich samen met zijn broer Farish bezighoudt met de vervaardiging en smokkel van speed, de dromerige zus, de eigenwijze grootmoeder, de oude tantetjes, de vrome meneer Dial, en godsdienstfanatici die zich door een slang laten bijten. Tartt grossiert in lange beschrijvingen van geuren en beelden, smaken en gedachten. En na die 600 bladzijden weet je nog steeds niet wie Robin heeft vermoord. Het raadsel blijft. „Het leven is een mysterie. De dingen onder de oppervlakte, de niet-uitgesproken zaken, de onverklaarbare krachten die ons maken tot wat we zijn. Die zaken intrigeren me, daar schrijf ik over.” En dus sla je het boek toch voldaan dicht, al aarzel je even wanneer je je realiseert dat het web van verhalen dat om de nooit ontdekte waarheid heen gesponnen wordt, een blijk kan zijn van het postmoderne levensgevoel: de waarheid is onkenbaar, we moeten het doen met onze eigen verhalen, ieder vanuit eigen perspectief.

Donna Tartt leest zelf geen moderne literatuur, heeft ze in een interview gezegd. Ze is altijd op zoek naar de „kick in the teeth” die zij als meisje kreeg bij de spannende plots en de geraffineerde stijl van de boeken van Mark Twain (”De avonturen van Huckleberry Finn”) en Robert Louis Stevenson (”Schateiland”). Met haar eigen romans wil ze lezers dat opgewonden gevoel van vroeger teruggeven. Dat is haar met ”De kleine vriend” opnieuw gelukt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer