Consument

Tent opzetten op permafrost

Een vakantie op Spitsbergen hoeft niet duur te zijn. Natuurlijk, de reis ernaartoe kost een paar centen maar voor een verblijf op de meest noordelijke camping ter wereld tast een toerist niet diep in de buidel. Een Nederlandse bloemenkweekster uit het Westland staat aan het roer van de toch wel exotische verblijfplaats.

Jacob Siebelink
2 May 2008 12:10Gewijzigd op 14 November 2020 05:48
Zicht op Longyearbyen, de hoofdstad van Spitsbergen. Foto’s RD
Zicht op Longyearbyen, de hoofdstad van Spitsbergen. Foto’s RD

Vliegtuigpassagiers met een ”window seat” kunnen bijna niet om de camping heen kijken als het SAS-toestel de enige landingsbaan van Longyearbyen Airport -weinig meer dan torentje en hangar- nadert. Een groot houten gebouw met daaromheen een verzameling tenten is een blikvanger in het vrijwel ongerepte natuurschoon.De afdaling van vliegveld naar camping gaat over een steile keienhelling. Niet de officiële toegangsweg; wel de kortste, zo lijkt. De koffer wordt tijdelijk gestald achter een grote kei. „Geen enkel probleem hier”, verzekert campingeigenaar Michelle van Dijk, die het houten hoofdgebouw opnieuw in de verf zet. „Je hebt hier nauwelijks criminaliteit, omdat de sociale controle groot is. Ik verloor laatst mijn portemonnee in Huset, een restaurant in Longyearbyen. De reactie toen ik de eigenaar belde: „Je portemonnee ligt klaar. Ik had je telefoontje eerder verwacht.”

Van Dijk verlaat ladder, verfpot en kwast en gaat het bouwsel binnen. „Het gebouw wordt zwart, met rode kozijnen. Dat heb ik overigens niet zelf verzonnen. De kleur van elk gebouw hier in Longyearbyen wordt bepaald door Grete Smedal, een Noorse architecte. Zij heeft in de zomer foto’s gemaakt van de omgeving en deze tot op pixelniveau bekeken. De kleuren die ze daarin zag, komt terug in de kleuren van de gebouwen. Zodat je ook ’s winters een idee krijgt van de kleurenrijkdom van dit gebied.”

Vogelpark
Van Dijk bivakkeert sinds 2004 iedere zomer op de camping, in een tent. De bloemenkwekerij in De Lier is die maanden gesloten. „Ik heb geen personeel en in de zomermaanden is er toch geen interesse in sierplanten.” Vorig jaar kocht ze samen met de Duitser Andreas Umbreit de camping van de Noorse toerismeorganisatie Spitsbergen Travel. „Noren moeten niet zo veel van kamperen hebben. De camping ligt niet voor niets helemaal buiten het dorp.” Vroeger wilden Noren helemaal niets met toerisme te maken hebben, zegt ze. „Hun houding was: „Dit is een mijnwerkstad, we hebben geen behoefte aan pottenkijkers.” Maar dat is helemaal omgedraaid. Puur om het aanhouden van de mijnen te kunnen bekostigen.”

Dat de camping een kleine 5 kilometer buiten Longyearbyen ligt, ziet Van Dijk niet als een bezwaar. Sterker nog: de meeste campingbezoekers leggen die afstand volgens haar te voet af. „Als je bovenlangs loopt, is het een mooie wandeling met een prachtig uitzicht over het Adventfjord. En toeristen hebben de tijd. Als je het lopend toch te ver vind, kun je altijd liften. Dat werkt hier prima.” Bestaat de kans dat ijsberen het wandelpad kruisen? „Natuurlijk, maar die kans is klein. De wandeling van Longyearbyen tot het vliegveld is veilig, ook al passeer je het waarschuwingsbord voor ijsberen. Er is vrij veel verkeer naar de luchthaven, dus een beer komt vrijwel nooit ongezien aan land.”

De kantine biedt uitzicht op een vogelpark langs het Isjford. „De camping is niet voor niets in trek bij vogel- en natuurliefhebbers”, aldus Van Dijk. „Er zijn mensen die vanachter een raampje van een cruiseschip de natuur bekijken, en toeristen die de natuur willen zien, voelen en ruiken. Wij richten ons op de laatste groep.” Ook fotografen zetten volgens haar geregeld een tentje op. „Kijk nou zelf. Het licht op het fjordwater en de met sneeuw bedekte bergtoppen veranderen echt elke vijf minuten. Het is hier een lusthof voor fotografen.”

Jachtvergunning
Een vastomlijnd plan hebben de toeristen die de camping bezoeken vaak niet. „We bieden zelf dagtochten aan waarvoor de campinggasten zich kunnen inschrijven. Denk bijvoorbeeld aan een trip naar het spectaculaire gletsjerfront van de Nordenskjoldbreen of een bezoek aan de verlaten Russische mijnwerkersnederzetting Pyramiden. Bovendien organiseren twee toeristenorganisaties kajak- en wandeltochten vanaf de camping.”

Groepen die er zonder gids op uit trekken, hebben niet Van Dijks sympathie. „Deze toeristen -uiteraard gewapend- brengen de natuur de meeste schade aan. De overheid is daarom geen voorstander van ongeorganiseerde privé-tripjes.”

Bij de jaarlijkse milieucontrole door de Sysselmannen, de overheidsinstantie op Spitsbergen, komt de camping volgens Van Dijk uitstekend uit de bus. Ze organiseert spoedcursussen over het omgaan met de natuur en wijst als gids op de kwetsbaarheid van de natuur van Spitsbergen. „Of je het nu eens bent met Al Gore of niet, we moeten verantwoord met de natuur omgaan. Mensen moeten zich bewust zijn dat alles wat ze gebruiken in het fjord terechtkomt. Geen chemische zeep gebruiken dus, want daar walgen beluga’s (witte dolfijnen) van.”

Gratis proviand
Een overnachting op de camping kost in de zomermaanden 90 kronen, pakweg 11 euro. De keuken is dag en nacht open en de campinggasten kunnen gratis gebruikmaken van het aanwezige proviand, vaak achtergelaten door vorige gasten. „Om quitte te kunnen draaien, moeten er jaarlijks 1700 overnachtingen op de camping worden geboekt.” Net als in 2007 gaat dat dit jaar gemakkelijk lukken, verwacht Van Dijk. „Ik denk dat dat te maken heeft met het Internationaal Pooljaar.” De extra nachten kan de campingeigenaar goed gebruiken. „Er moet nodig een nieuwe keuken in het gebouw. En ik moet natuurlijk nog wat centen overhouden voor de verfklus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer