Ontvoerde Japanners tijdelijk naar huis
Vijf Japanners die een kwarteeuw geleden door Noord-Koreaanse spionnen werden ontvoerd, zijn maandag teruggekeerd in vaderland.
Een domper op de feestvreugde is de onduidelijkheid over het lot van zeker acht andere Japanse ontvoerden. Ook mogen de Japanners maar twee weken blijven en moesten zij hun kinderen in Noord-Korea achterlaten.
De vijf ontvoerde mannen en vrouwen, allemaal halverwege de veertig, arriveerden op het vliegveld van Tokio, waar zij werden opgewacht door familieleden. „Vandaag ben ik blij (…) en vergeet ik het verleden even”, zei Yuko Hamamoto, de broer van de teruggekeerde Fukie Hamamoto, die in 1978 op 22-jarige leeftijd samen met haar verloofde Yasushu Chimura, toen 23, werd ontvoerd in een park. Ook Chimura keerde maandag terug. De twee zijn inmiddels getrouwd.
Onder de teruggekeerden is nog een echtpaar: Kaoru Hasuike en Yukiko Okudo werden in 1978 ontvoerd op een afgelegen strand in het noorden van Japan. Zij waren toen 20 en 22. De vijfde ontvoerde die maandag terugkeerde, is de 43-jarige Hitomi Soga, die samen met haar moeder ging winkelen en nooit meer terugkwam. Over het lot van haar moeder is nog altijd niets bekend.
De meeste ontvoerden werken in Noord-Korea als tolk of vertaler. Ook moeten zij Noord-Koreaanse spionnen onderwijzen in de Japanse taal en cultuur. Na jaren van ontkenningen gaf de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Il in september op een top met de Japanse premier, Junichiro Koizumi, de ontvoeringen toe. Op de top werd ook de terugkeer geregeld.
Op een persconferentie waren de teruggekeerde Japanners weinig mededeelzaam. Zij lazen enkele korte teksten voor en antwoordden niet op vragen. Kaoru Hasuike zei later op vragen van zijn broer over zijn ontvoering en over andere ontvoerde Japanners in Noord-Korea dat hij daar niet over kon praten. De beide mannen wisselden vervolgens Noord-Koreaanse en Japanse sigaretten uit en staken op.
De Japanse bevolking hecht weinig geloof aan de uitleg die Noord-Korea heeft gegeven over het lot van de andere ontvoerden. Een van hen zou zelfmoord hebben gepleegd, twee zouden zijn omgekomen bij een explosie door een gaslek, de anderen verloren het leven door ziekte of verkeersongelukken, zegt Noord-Korea.
Dat de ontvoerden hun kinderen in Noord-Korea moesten achterlaten, heeft ook veel wantrouwen gewekt. De kinderen fungeren zo als gijzelaars en Noord-Korea probeert te bereiken dat de ontvoerden terugkeren en dat zij niet uit de school klappen over het leven in het communistische Noord-Korea.
De teruggekeerden blijven twee dagen in Tokio. Daarna gaan zij met hun familie naar de plaatsen waar ze vandaan komen. Op verzoek van de familie blijven de reunies privé-aangelegenheden. Premier Koizumi heeft geen plannen de ontvoerden te ontmoeten.