BBC: VN’ers Congo bewapenden milities
Pakistaanse en Indiase militairen van de vredesmacht van de Verenigde Naties in Congo smokkelden goud en ivoor het land uit en voorzagen rebellen van wapens in ruil voor deze goederen. Dat heeft de BBC maandag gemeld.
De Britse omroep zei over nieuwe getuigenissen te beschikken die bevindingen van de VN ontkrachten dat er nooit wapentransacties hebben plaatsgevonden.Volgens onderzoek van de Britse zender kochten Pakistaanse blauwhelmen in de oostelijke stad Mongbwalu goud van de FNI-militie, een prominente rebellengroep in de Oost-Congolese provincie Ituri. De Pakistanen leverden bovendien wapens aan de gevreesde militie, zodat haar strijders de goudmijnen konden bewaken.
Twee gedetineerde leiders van de FNI bevestigden de beschuldigingen. De zaken werden in 2007 onderzocht, maar de VN vonden geen bewijs dat de Pakistanen wapens of munitie hadden geleverd aan milities. Wel concludeerden de VN dat een blauwhelm had gehandeld in goud. De speciale VN-gezant in Congo, Alan Doss, zei tegenover de BBC dat herbewapening van milities „bijzonder zorgwekkend” zou zijn. Maar onderzoek wijst er niet op dat dit gebeurt, aldus Doss.
Dat onderzoeken van de VN tot andere conclusies komen, komt volgens de BBC doordat de VN-onderzoekers om politieke redenen op het hart is gedrukt vooral niet te diep te graven. De BBC zei dat bronnen binnen de VN dat in vertrouwen hebben gemeld. De VN zei te zullen bekijken of het onderzoek van binnenuit belemmerd werd. India en Pakistan hebben de beschuldigingen ontkend.
De missie in Congo, een land ter grootte van West-Europa, is met 17.000 leden de grootste vredesoperatie van de VN. De missie is geplaagd door seksschandalen en corruptie, maar wordt ook geprezen om haar succes bij het in goede banen leiden van de eerste vrije verkiezingen in Congo in decennia. Ook leed de vredesmacht zware verliezen bij gevechten met rebellen. Vorige week is in het oosten van het land de strijd weer opgelaaid en vecht het Congolese leger tegen Rwandese Hutumilities van de FDLR.