Och, of u eens ogen kreeg om te zien! Om te zien wat voor dwaze keus u tot nu toe gedaan hebt door in vergankelijke dingen van de tijd al uw vermaak te stellen. Ondertussen verwaarloost u dat waar uw kostelijke onsterfelijke ziel een eeuwig belang bij heeft.O, denk er toch eens over na wat een dwaasheid het is om kortstondig aardse goederen te verkiezen boven een eeuwig genot. Aardse goederen zijn zo ongestadig. In een ogenblik werd Job van al zijn rijkdom beroofd, maar dat andere kon de satan hem niet afnemen, want Job was rijk in God. Wat is het een dwaasheid, een ongestadige wereld met haar ijdelheid na te jagen en het koninkrijk van God, dat u zo rijk kan maken, voorbij te lopen.

Stel u eens voor dat iemand de gehele wereld met al haar schatten bezitten kon. Wat zal het die mens baten, zo hij schade aan zijn ziel lijdt? Wat baat het u toch, wat voordeel heeft het in uw leven? U hebt niets in de wereld gebracht en zult er ook niets uitdragen, want de wereld gaat voorbij, met al haar begeerlijkheden, maar die Gods wil doet, blijft in der eeuwigheid. Wat voor nut doen al uw bezittingen als u op uw doodsbed ligt en het klamme doodszweet u uitbreekt?

Joh. Barueth, predikant te Dordrecht

(De predikende en wonder- doende Christus, 1754)