Donderdag bleek dat woningcorporatie Het Oosten de bezwaarmaker een dergelijk bedrag had geboden om zijn bezwaren in te trekken, zodat de bouw zou kunnen beginnen. Ook bleek dat de man aangifte had gedaan bij de politie, omdat hij eerder wegens zijn bezwaren tegen de bouw zou zijn bedreigd.De bezwaarmaker zou in gesprekken met een andere man onder druk zijn gezet om zijn bezwaren in te trekken. Bij een van die gesprekken zou volgens de advocaat van de bezwaarmaker een jurist van Het Oosten aanwezig zijn geweest.

Volgens de woningcorporatie zou de bezwaarmaker echter onder één hoedje spelen met het moskeebestuur, omdat het bestuur via deze man zou willen voorkomen dat de bouwwerkzaamheden van start gingen. Corporatie Het Oosten en Manderen BV, een beleggingsmaatschappij van de Turks-religieuze organisatie Milli Görus, zouden het project namelijk samen uitvoeren, maar liggen met elkaar in de clinch.

„We kennen de bezwaarmaker wel, maar we hebben nooit op die manier contact met de man gehad”, aldus Fatih Dag, voorzitter van Milli Görus. De bezwaarmaker is een Amsterdammer van Turkse afkomst. Wel is het volgens Dag „niet onwaarschijnlijk” dat woningcorporatie Het Oosten betrokken is geweest bij de bedreiging van de bezwaarmaker. Voorzitter Dag spreekt van „maffiapraktijken.”

Een woordvoerder van Het Oosten meldt dat de corporatie absoluut niets met de bedreiging te maken heeft. „We kunnen nu wel met modder gaan smijten, maar we hebben zwart op wit dat de bezwaarmaker en het moskeebestuur elkaar goed moeten kennen.” Volgens de woordvoerder is dit een poging van de moskeevereniging om Het Oosten in diskrediet te brengen.