Buitenland

VS: Meer Iraanse wapens naar Irak

De steun van Iran aan opstandelingen in Irak en Afghanistan neemt toe. De chef-staf van de Amerikaanse strijdkrachten, admiraal Mike Mullen, heeft die beschuldiging vrijdag Overtuigend bewijs dat de hoogste Iraanse leiders betrokken zijn bij de steun, zegt Mullen niet te hebben.

Buitenlandredactie
25 April 2008 22:22Gewijzigd op 14 November 2020 05:47

Het is volgens hem echter duidelijk dat steeds meer recent gemaakte Iraanse wapens naar Irak worden gestuurd, onder meer naar de sjiieten in Basra die onlangs streden tegen regeringstroepen. Ook worden Irakezen getraind in Iran, die dan weer teruggaan naar Irak om Amerikanen te doden, zei Mullen op een persconferentie in Washington. De Amerikaanse inlichtingendiensten maken melding van soortgelijke Iraanse hulp aan opstandelingen en de taliban in Afghanistan, voegde hij eraan toe.Mullen zei dat de Verenigde Staten alle opties openhouden om de Iraanse bedreiging te keren. Maar de regering van president George Bush gelooft volgens hem dat diplomatie de beste methode blijft.

Opstandelingen en milities in Irak rekruteren kinderen voor zelfmoordaanslagen. De speciale VN-vertegenwoordiger voor kinderen en gewapende conflicten, Radhika Coomaraswamy, zei dit vrijdagSinds 2004 worden steeds meer kinderen gerekruteerd door milities en opstandelingengroepen, ook als plegers van zelfmoordaanslagen, zei Coomaraswamy. Ze zei niet hoe ze aan de informatie kwam. Iraakse leiders moeten de kinderen van Irak ver weg houden van het geweld en naar school sturen, zei de VN-vertegenwoordiger. Slechts de helft van de kinderen gaat naar de basisschool; in 2005 was dat nog 80 procent, zei ze. Ook zouden 1500 kinderen vastzitten in gevangenissen.

Het Amerikaanse leger toonde onlangs in beslag genomen video’s die van al-Qaida in Irak zouden zijn. Te zien waren kinderen van niet ouder dan 10 die werden getraind om te kidnappen en te moorden. Het leger zei erbij dat al-Qaida in Irak ook tieners autobommen laat maken en hen op pad stuurt om zelfmoordaanslagen te plegen.

Het gaat nog jaren duren voordat de Iraakse strijdkrachten en de politie het land volledig kunnen beveiligen. De instanties kampen met een gebrek aan rekruten, officieren en ondersteunende diensten om hun taken effectief te kunnen uitvoeren. Dat blijkt uit een rapport van de Amerikaanse waakhond die de reconstructie van Irak in het oog houdt.

Volgens inspecteur-generaal Stuart Bowen voor de Iraakse Reconstructie staan er in totaal 530.000 veiligheidsmensen op de loonlijst. Een „substantieel aantal” daarvan is evenwel gedood, gewond, met verlof of is nooit komen opdagen voor het werk, stelt hij in het rapport waarover de krant USA Today gisteren berichtte. Afgaan op de cijfers blijft een gevaarlijke exercitie, aldus Bowen.

Volgens het rapport moeten de Iraakse veiligheidstroepen in 2010 een slordige 600.000 tot 645.000 man gaan tellen om hun taak goed te kunnen verrichten. Dat is een toename van 22 procent ten opzichte van de huidige sterkte.

Ook op andere vlakken laten de Iraakse troepen te wensen over. Zo zouden ze nog veel te zwaar leunen op Amerikaanse transportcapaciteit en bevoorrading. Het Amerikaanse Congres heeft sinds 2003 20 miljard dollar uitgetrokken voor het opbouwen, trainen en bewapenen van de Iraakse veiligheidsdiensten.

Bij gevechten van Amerikaanse en Iraakse militairen met leden van sjiitische milities in Sadr City, een sloppenwijk in het oosten van de hoofdstad Bagdad, zijn zeker elf mensen gedood. Dat heeft een arts in Bagdad laten weten. De arts repte van hevige gevechten in de nacht van donderdag op vrijdag in Sadr City waarbij zeker dertig mensen gewond raakten. Hij zei dat onder de doden vrouwen en kinderen zijn. Het Amerikaanse leger meldde daarentegen tien strijders van het Mahdileger te hebben gedood tijdens een nachtelijke aanval met twee helikopters.

Sadr City is het bolwerk van de sjiitische geestelijke en politicus Moqtada al-Sadr. Amerikaanse en Iraakse militairen voeren al wekenlang strijd met gewapende aanhangers van Sadr verenigd in het Mahdi Leger. Daarbij zijn de afgelopen maand honderden mensen omgekomen.

Tijdens het vrijdaggebed riep Muqtada al-Sadr zijn aanhangers op het bestand te respecteren dat hij in augustus afkondigde en in februari verlengde. Hoewel hij het bestrijden van buitenlandse militairen als een „heilige rite” beschouwt, houdt hij vol dat zijn Mahdileger alleen Amerikaanse troepen zal bevechten als zijn militie wordt aangevallen.

Een Iraakse journalist is gisteren in het plaatsje Qurna, ten noorden van de Zuid-Iraakse stad Basra, doodgeschoten. Radioverslaggever Jassim al-Batat reed net weg van zijn huis toen hij vanuit een passerende auto onder vuur werd genomen.

Al-Batat werkte voor het radiostation al-Nakhil in Basra. Het station wordt bestierd door de sjiitische Opperste Islamitische Iraakse Raad, de voornaamste tegenstander van de anti-Amerikaanse geestelijke Muqtada al-Sadr.

De leider van de raad, Abdul-Aziz al-Hakim, koos vorige maand de kant van de Iraakse premier Nouri al-Maliki. Het Iraakse leger zette toen in Basra een offensief in tegen het Mahdi Leger van Al-Sadr.

Journalisten in Irak zijn regelmatig slachtoffer van geweld. Volgens het Comité ter Bescherming van Journalisten zijn minstens 175 journalisten en ondersteunend personeel in Irak om het leven gekomen sinds de door de Amerikanen geleide invasie van 2003. Volgens Verslaggevers zonder Grenzen zijn het er zeker 210. Nog eens honderden Iraakse journalisten zijn naar de buurlanden Syrië of Jordanië gevlucht na bedreigingen of mislukte moordaanslagen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer