Consument

Multicultuur op de volkstuin

Terwijl in de brede samenleving schier geen twee meer kunnen samengaan, leven tuinders van allerlei ras en taal op De Smalle Steeg in voorbeeldige vrede samen. De volkstuin lijkt de ideale voedingsbodem voor integratie. „Lekker barbecueën en raki of Turkse thee drinken, bij volle maan. Manuel komt er vaak ook bij.”

25 April 2008 15:06Gewijzigd op 14 November 2020 05:47
Op De Smalle Steeg in Nijmegen schoffelen tuinders van allerlei ras en taal goedmoedig samen. Foto RD, Anton Dommerholt
Op De Smalle Steeg in Nijmegen schoffelen tuinders van allerlei ras en taal goedmoedig samen. Foto RD, Anton Dommerholt

Na dagen van regen, die het land kletsnat maakte, kwam eindelijk de zon. Tot vreugde van de tuinders, die het voorjaar in het bloed hebben. Er moet gespit en gewied, gezaaid en geplant worden. Met het zweet op zijn voorhoofd en een brede lach op het gezicht hanteert Manuel de spa. Op De Smalle Steeg, in de Nijmeegse wijk Lindenholt, behoort hij tot de tuinders van het eerste uur. Ruim dertig jaar geleden hielp hij mee met de aanleg van het volkstuinencomplex. „Ik heb het hier platgemaakt.”„Hij werkte in de bouw en kon over een bulldozer beschikken”, licht penningmeester en vraagbaak Geer Jansen toe.

De Spanjaard tuiniert puur voor het plezier. „Koud of niet koud, ik kom elke dag. Het is hier gezellig en als ik mooie groente heb, ben ik trots.” Zelfs van de vers omgespitte lap grond waarop nog geen sprietje groen valt te bespeuren, geniet hij. „Zo vind ik hem ook mooi. Hier komen straks sperziebonen en snijbonen, daar vier rijen bloemkool, erachter peultjes en erwten, langs het rek. Dan tuinbonen, rode biet, witte biet, vier rijen Spaanse pepers, vier rijen paprika’s.”

In de wijk is hij populair. Wat zijn kinderen niet kunnen gebruiken, deelt hij uit onder buurtbewoners. Kan hij ook daar het lof niet kwijt, dan belandt het in de compostbak en spit hij het een volgend seizoen weer onder. De bak kreeg een plaats onder het bouwsel van buizen waaraan de ranken van zijn wijnstokken steun zoeken. Voor zijn Spaanse wijn van Nederlandse bodem. „Vorig jaar heb ik 150 liter gemaakt.”

Dakpannen
De ”Tuin- en ontspanningsvereniging” ligt ingeklemd tussen twee snelwegen, een bedrijventerrein en een nieuwbouwwijk. Daar ontwikkelden de leden hun land tot een oase van groen en rust. Met een bestuur dat ruimte laat voor de eigenheid van de tuinders, van wie een derde van niet-Nederlandse afkomst is. Marokkaans, Turks, Indonesisch, Armeens, Joegoslavisch, Spaans, Thais, alles harkt er samen.

Geer Jansen heeft zijn tuin achterin, maar aan telen komt hij al jaren niet meer toe. Zodra hij op De Smalle Steeg zijn gezicht laat zien, wordt hij aangesproken. Ook nu weer. Een vrouw is benieuwd of tuin 72 nog te huur is. Een jonge tuinder die dakpannen op zijn tuinhuisje wil, heeft van Manuel te horen gekregen dat dat wettelijk verboden is. „Vroeger moest het inderdaad bitumen zijn”, bevestigt Jansen. „Ook nog in een bepaalde kleur, maar later is dat allemaal een beetje vervaagd.”

En dan is er de tuin van de vrouw die een voorliefde had voor grote struiken. „Als iemand zo’n tuin van de hand doet, moet hij die zelf verwijderen, maar deze vrouw is overleden. Nu doe ik het maar, samen met de nieuwe huurder.”

Veranda
Ludwien Arts zaait dit jaar voor het eerst op De Smalle Steeg. Haar man, werkzaam als praktijkondersteuner in een dokterspraktijk, heeft de vette klei omgespit. Zij slaat met een kleine hak de kluiten in stukken. „Toen de kinderen nog heel klein waren, hadden we al een volkstuin. Op onze vorige tuin was de klei nog zwaarder.” De ergotherapeute tuiniert zowel voor het spel als voor de knikkers. „Lekker met je handjes in de grond, gezonde groenten kweken, heerlijk ijs, jam en andere lekkere dingen van het verse fruit maken.”

Voor Bektas Tosun, lid van de tuincommissie, is tuinieren veel meer dan een hobby. De tuin is zijn leven. Van afvalhout heeft hij een tuinhuisje met veranda getimmerd. Onder de veranda staan een primitieve bank en een zelfgemaakt barbecuestel, waarop een enorme pot met Turkse thee en een kan water pruttelen. „Als bestuur zouden we graag wat meer eenheid in de huisjes hebben”, bekent Jansen, „maar zolang het binnen de perken blijft, laten we het maar zo. Deze mensen hebben er zelf plezier in en kunnen hun afkomst niet verloochenen. Vaak hebben ze ook een vriend of kennis met een eettentje, waar ze groente of kruiden aan leveren. Officieel mag dat niet, maar zo lang het niet te gek wordt, vind ik het wel een grappig gezicht als ze ’s avonds bij een busje staan te handelen.”

Knoflook
Toen hij nog in een rijtjeshuis woonde, teelde Tosun in zijn achtertuin. Sinds hij op een flat zit, huurt hij een lap grond op De Smalle Steeg. „Ik wil dicht bij de aarde zijn. De aarde is alles voor mij. Die geeft je eten, drinken… Zelf komen we ook van de aarde en keren weer naar de aarde terug. Daarom moeten we er veel zuiniger op zijn.”

Op zomeravonden ontvangt de Turk familie en vrienden, kinderen en kleinkinderen in zijn gasthuis, waar hij zelfs een keukenblokje tegenaan heeft geknutseld. „Lekker barbecueën en raki of Turkse thee drinken, bij volle maan. Manuel komt er vaak ook bij.”

Stanco Perovic, afkomstig uit Montenegro, heeft overdag al bezoek. Met een Servische en een Bosnische medetuinder geniet de weduwnaar op een bankje van de voorjaarszon. Op De Smalle Steeg leven zelfs rivaliserende Balkanvolkeren vredig samen en wisselen ze vruchten van de akker uit. De Servische kameraad van Stanco zette tussen de knoflook viooltjes van de Praxis. „Knoflook is lekker, de viooltjes zijn mooi”, lacht hij. „Hier zie je alle combinaties.”

Volkstuinders aller landen…
Ze heten allemaal volkstuinvereniging, maar de variatie is groot. Veel complexen in het westen van het land zijn verkapte recreatieparken, waar de leden een groot deel van het jaar wonen. Aan de andere kant van het spectrum liggen de verenigingen voor de liefhebber van de ouderwetse moestuin. En dan zijn er de complexen die een mix bieden.

De meeste verenigingen zijn aangesloten bij het Algemeen Verbond van Volkstuinverenigingen in Nederland. Deze overkoepelende organisatie behartigt de belangen van hobbytuinders in het algemeen en die van de aangesloten verenigingen in het bijzonder. Op zijn beurt maakt het AVVN weer deel uit van de Office International du Coin de Terre et des Jardins Familiaux. De Europese koepelorganisatie bundelt vijftien landelijke organisaties, die samen ruim 3 miljoen hobbytuinders vertegenwoordigen. Een groen leger dat wordt belaagd door op grond beluste projectontwikkelaars.

www.volkstuin.pagina.nl, www.avvn.nl.

Vruchten van eigen akker
Het schaarser worden van de grond is voor menige volkstuinvereniging een reële bedreiging. Gemeenten hebben de tuingrond nodig of willen inkomsten zien. Voor de besturen is het zoeken naar een oplossing waarmee beide partijen kunnen leven.

In Wijchen had Geer Jansen al een volkstuin. Toen nog voor ’s avonds na het werk. „Als je de hele dag druk bent geweest, is het heerlijk om een uurtje op je gemak wat te rommelen en te schoffelen. Zo is het bij bijna alle volkstuinders. Je doet het niet voor het geld. Soms moet je leuren om de sla en de bonen kwijt te raken.”

Na zijn pensionering keerde de voormalige automonteur terug naar zijn geboorteplaats Nijmegen. „Daar wilde ik ook weer een tuintje.” Van tuinieren komt de laatste jaren niets meer. Sinds 2000 is hij penningmeester van De Smalle Steeg, daarnaast fungeert hij als vraagbaak. „Voor ik bij m’n tuin ben, heb ik zo veel mensen te woord gestaan dat het al bijna weer tijd is om te vertrekken.”

De vijf volkstuincomplexen in Nijmegen zijn nog klassiek van aard. „Je ziet bij ons meest groentetuintjes, een enkeling legt zich toe op bloemen, er staan huisjes of schuurtjes, maar niet om te overnachten.” Het gros van de tuinders is op leeftijd, al ziet Jansen de laatste tijd een toenemende belangstelling onder jongeren. Pakweg de helft van de leden behoort tot de financiële onderlaag van de samenleving. Tuinieren is een betaalbare hobby. De leden van De Smalle Steeg betalen pakweg een halve euro per vierkante meter tuin per jaar. Inclusief de contributie.
”Fitna”

De tuinders van buitenlandse komaf zijn niet in het bestuur vertegenwoordigd, om de eenvoudige reden dat ze die post niet ambiëren. In de praktisch georiënteerde tuincommissie voelen ze zich beter thuis. „Moet er gezamenlijk werk worden verricht, dan doen de buitenlanders zeker zo hard mee als de Nederlanders.” Aan de anti-Koranfilm ”Fitna” is volgens Jansen op De Smalle Steeg geen woord vuilgemaakt. „Ik weet niet of de buitenlanders er onderling over gesproken hebben, maar naar buiten toe was er niets van te merken. De onderlinge verhoudingen zijn hier altijd prima geweest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer