Opinie

Verscheurd tussen Israël en Palestijnen

De Protestantse Kerk in Nederland voelt zich verscheurd tussen het relaas van Israël en dat van de Palestijnen. Het is daarom van groot belang dat de kerk kleinschalige vredesinitiatieven steunt, aldus dr. B. Plaisier. Hij sprak donderdag op het symposium ”Tekens van hoop” naar aanleiding van het zestigjarig bestaan van de staat Israël. Enkele delen uit zijn toespraak.

Dr. B. Plaisier
25 April 2008 09:43Gewijzigd op 14 November 2020 05:47
„Onze kerk, die in de praktijk van het kerkelijk handelen de facto verbonden is met zowel Israëlische als Palestijnse partners, voelt zich verscheurd tussen het relaas van die beiden, die niet met elkaar in overeenstemming te brengen zijn.” Foto RD, Sjaak
„Onze kerk, die in de praktijk van het kerkelijk handelen de facto verbonden is met zowel Israëlische als Palestijnse partners, voelt zich verscheurd tussen het relaas van die beiden, die niet met elkaar in overeenstemming te brengen zijn.” Foto RD, Sjaak

Toen zestig jaar geleden de staat Israël gesticht werd, zag het merendeel van de protestanten in Nederland dit als de vervulling van de beloften van God aan Zijn volk. De sympathie en de liefde voor Israël waren groot en ongeconditioneerd. Zestig jaar later blijft de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zich met haar kerkorde onopgeefbaar verbonden voelen met het volk Israël, maar moet dit uitvoerig gemotiveerd worden.Velen in de kerk zitten in hun maag met hun sympathie en liefde voor dit volk, omdat de werkelijkheid elke romantiek van deze verbondenheid heeft doen vervagen. De verbondenheid is voor hen een ”en-tochcategorie” geworden. Er wordt gewezen op de soms zeer aanvechtbare politiek van de staat Israël, waarna er steevast op volgt: „En toch voelen wij ons verbonden; en toch gaat het bij Israël om het geliefde volk van God, om de stam waarop de kerk is geënt.”

De gewelddadige aspecten van het conflict zijn moeilijk te plaatsen voor de naoorlogse Nederlandse generatie. Vooral na het bouwen van de afscheidingsbarrière is duidelijk dat bij wie de luxe heeft zich aan beide kanten ervan vrij te kunnen bewegen -zoals christelijke voorgangers- de sympathie vrijwel automatisch uitgaat naar de Palestijnse bevolking. De Palestijnse samenleving is duurzaam ontwricht door deze situatie.

Dat de Israëlische samenleving dat op een geheel andere manier ook is, wordt de bezoeker pas in een veel later stadium duidelijk, áls dat al gebeurt. Daarom voelt onze kerk, die in de praktijk van het kerkelijk handelen de facto verbonden is met zowel Israëlische als Palestijnse partners, zich verscheurd tussen het relaas van die beiden, die niet met elkaar in overeenstemming te brengen zijn.

Concessies
We voelen ons als die rebbe in de volgende anekdote, die zich verscheurd voelt tussen het gelijk van twee echtelieden die geen toekomst meer voor hun huwelijk zien. Eerst hoort hij het verhaal van de man aan en zegt: „U hebt gelijk!” Vervolgens beluistert hij het relaas van de vrouw en zegt tegen haar: „U hebt gelijk!” De vrouw van de rebbe blijkt in de kamer ernaast alles gehoord te hebben. „Hoe kun je nu zeggen dat ze allebei gelijk hebben?” Waarop de rebbe verzucht: „Ja, weet je wat het is, lieve vrouw? Jij hebt ook gelijk!”

Beide partners in het conflict zullen wezenlijke concessies moeten doen aan de eigen identiteit en werkelijkheidsbeleving alvorens het ene huis zal kunnen worden verdeeld in een boedelscheiding waarbij de beide ex-partners in hetzelfde huis blijven wonen. Het huis wordt door de een Palestina en door de ander Israël genoemd, maar het gaat om hetzelfde huis, dezelfde grond.

Een voor beiden zeer pijnlijk compromis is hier noodzakelijk, wat in het politieke vlak gerealiseerd zal moeten worden. Maar deze oplossing zal nooit werken als de mensen er niet op een of andere manier mee kunnen leven. Daarom zijn de initiatieven zo belangrijk die vandaag op de voorgrond staan waarbij Israëli’s en Palestijnen, Joden, Arabieren, druzen en anderen elkaar leren ontmoeten.

Als deze initiatieven in hun opzet slagen, zullen de mensen misschien geen grote vrienden van elkaar worden. Het zou echter kunnen dat ze respect voor de andere bevolkingsgroep bewerkstelligen. Als dat leidt tot iets meer vreedzaam samenleven, zou er heel wat gewonnen zijn. Dat is wat we werkelijk hopen voor de staat Israël, en wat we hem ook toewensen: een vreedzaam leven.

Gebed
Dat dit nog geen realiteit is, zijn we ons maar al te zeer bewust. Ook dat de initiatieven klein zijn. Maar het moet in het klein beginnen om iets groots te bewerkstelligen. Als PKN ondersteunen we een aantal initiatieven die zich richten op een vreedzaam samenleven in Israël. Op deze wijze geven wij gehoor aan de roeping om de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël gestalte te geven, en aan de opdracht en de roep tot vrede en gerechtigheid waarover de Bijbel spreekt.

Als het over deze projecten gaat, zie ik de bijdrage van de PKN als volgt.

  1. We onderschrijven het belang van dergelijke initiatieven. Wij laten dit blijken door ze te financieren en onder de aandacht te brengen.

  2. De recente bespreking van de nota over het Israëlisch-Palestijnse conflict in de synode heeft naar voren gebracht hoe belangrijk de synode ook dergelijke initiatieven vindt.

  3. In het verleden werden gezamenlijk met onder meer de Rooms-Katholieke Kerk studieseminars georganiseerd. Zo zouden we nu kunnen denken aan het ondersteunen van dergelijke initiatieven in gezamenlijkheid.

  4. Dat we dit rond het zestigjarig bestaan van de staat Israël kunnen doen, stemt me tot dankbaarheid. Inderdaad, deze initiatieven zijn kleinschalig. Maar ik zie ze ook als tekens van hoop in een soms uitzichtloze en moedeloos makende situatie.

Ook om deze reden is ons gezamenlijke gebed van zo groot belang. Niet het activisme of het meerennen met allerlei politieke initiatieven zal de specifieke kerkelijk bijdrage kunnen zijn, maar het voortdurende gebed om vrede rond Jeruzalem. Juist dit gebed zal op den duur de omkeer brengen. Het gebed van de rechtvaardige vermag veel.

Misschien is het wel het grootste teken van hoop dat in deze zestig jaar het gebed niet is verstomd, maar doorgaat in volharding en vertrouwen.

De auteur is scriba van de generale synode van de PKN.

Voor de volledige tekst en de andere bijdragen aan het symposium: www.pkn.nl/kerk&israel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer