Volgens commandant Tuo Fozie van de rebellen van de Patriottische Beweging van Ivoorkust zullen de rebellen niet met de regering praten zolang de Angolezen in het land blijven. De opstandelingen eisen nu dat president Laurent Gbagbo aftreedt.

Een hooggeplaatste militair zei zondag dat Angola militairen en militaire uitrusting naar Ivoorkust overbracht om de regering van Ivoorkust te helpen, maar regeringsfunctionarissen in Luanda en medewerkers van de Angolese ambassade in het West-Afrikaanse land spraken dit tegen.

Gisteravond bleek dat er in ieder geval militair materieel uit Angola in Ivoorkust is. Een van de twee Angolese pantservoertuigen die in Rusland zijn vervaardigd, raakte defect net buiten Abidjan, de grootste stad van het West-Afrikaanse land. Het voertuig was op weg naar de stad.

Maandag werd een interview met president Gbagbo gepubliceerd in de Franse krant Le Monde. Hierin zegt Gbagbo dat Frankrijk meer had kunnen doen om de opstand in zijn land te voorkomen. Hij betreurt dat Parijs zijn waarschuwingen niet serieus heeft genomen. Gbagbo stelt dat hij Frankrijk al had ingelicht dat Burkina Faso deserteurs uit het Ivoriaanse leger binnen zijn grenzen opnam en daarmee „een kwaad plan” smeedde.

De president zegt in het interview verder dat hij de afgelopen twee jaar alles heeft gedaan om een opstand te voorkomen. „Ik geloof niet dat er een ander hoofd van een Afrikaanse staat is dat zo hard gewerkt heeft aan een nationale hereniging als ik”, verklaart Gbagbo in Le Monde. „Ik had net een regering van nationale eenheid geformeerd.”

De strijd tussen het regeringsleger en de opstandelingen gaat intussen door. Ooggetuigen meldden hevige gevechten rond de stad Daloa. Zondag namen de rebellen de stad in, die in het centrum ligt van het gebied waar de cacaoplantages zijn. Ivoorkust is de grootste cacaoproducent ter wereld. De rebellen hebben nu drie grote steden (Bouaké, Korhogo en Daloa) in handen, alsmede het grootste deel van het noorden van het land.

Ondertussen blijven bemiddelaars uit West-Afrikaanse landen streven naar een staakt-het-vuren tussen de regering en de rebellen. De Senegalese minister van Buitenlandse Zaken, Cheikh Tidiane Gadio, heeft twee keer met de rebellen in Bouaké gesproken om „voorstellen” van ’zijn’ president over te brengen. Gadio zei maandag dat hij op korte termijn tijd en plaats voor ondertekening van een bestand hoopte aan te kondigen.