Hier is slechts 9 procent van de broeikasgasuitstoot direct toe te schrijven aan de veehouderij. De Nederlandse intensieve veeteelt is een relatief klimaatvriendelijke manier van vleesproductie. Wel moet er meer aandacht komen voor dierenwelzijn, concludeert de Wageningen Universiteit in het rapport ”Klimaat en veehouderij”, dat maandag is verschenen.De universiteit onderzocht de feiten gepresenteerd in de film ”Meat the Truth” van de Partij voor de Dieren, op verzoek van CDA-Tweede Kamerlid Schreijer-Pierik. Volgens de universiteit is de film gebaseerd op feiten, maar kan de interpretatie genuanceerder.

Discussiepunt is of de ontbossing wereldwijd (deels) aan de veehouderij kan worden toegeschreven en of het transport en de verwerking van vlees ook mee moeten tellen. Wat de omzetting van voer in vlees betreft scoort de intensieve veehouderij goed en met luchtdichte stalsystemen is de emissie van broeikasgassen beperkt.

Dat er oerbossen gekapt worden voor de verbouw van soja weerspreken de onderzoekers niet. Wel stellen zij dat ook voor biobrandstoffen en palmolieproductie oerwoud gekapt wordt en dat soja ook voor menselijke consumptie gebruikt wordt. Ook gebruiken in elk geval rundveehouders relatief weinig veevoer uit het buitenland (15 procent).

De Wageningen Universiteit stelt voor verder onderzoek te doen op vier gebieden. Zo wil ze een onderzoek naar de positie van de Nederlandse landbouw wat betreft broeikasgasuitstoot. Mogelijk kunnen Nederlandse ondernemers zich op klimaatgebied onderscheiden. Ook wil de universiteit dat bekeken wordt of het klimaatprobleem beheersbaar wordt als er minder vlees wordt gegeten. In die lijn wil ze een onderzoek naar de efficiëntste manier van de productie van eiwitten voor humane consumptie. Ten slotte zou er bij intensieve stalsystemen goed gekeken moeten worden naar dierenwelzijn.