Een enkeling durft rampgebied nog niet in
Waar in mei 2000 een vuurwerkexplosie dood en verderf zaaide, verrezen de afgelopen jaren kleurige en futuristische woningen en andere bouwwerken. Morgen bezegelt koningin Beatrix de wederopbouw van het rampterrein in Enschede.
De Tollensstraat. Voor iedere inwoner van Enschede ontsluit de straatnaam een zee van bittere herinneringen. Op deze plaats explodeerde vuurwerkfabriek SE Fireworks. De ramp kostte 23 mensen het leven, honderden mensen raakten gewond. Meer dan 600 huizen werden verwoest.Een totale metamorfose onderging de wijk Roombeek. Waar voorheen vooroorlogse woningen stonden, zijn de afgelopen jaren kleurige woningen, appartementencomplexen, bedrijven en cultuurcentra verrezen. Morgen sluit koningin Beatrix de wederopbouw min of meer af, als ze present is bij de opening van natuur- en cultuurmuseum TwentseWelle, gelegen in het hart van de wijk. Even verderop liggen het beeldbepalende appartementencomplex De Eekenhof en verenigings- en zorgcentrum Prismare.
Het huis van Donata De Vivo (60) aan de Merelstraat moest na de ramp worden afgebroken. De metaalwerker tekent erbij aan dat die oude woning al op de nominatie voor sloop stond. „De ramp heeft dat proces versneld.” Nu woont hij tot zijn tevredenheid in een fonkelnieuw appartementencomplex aan de Roomweg, op steenworpafstand van de vroegere rampplek.
De dag van 13 mei 2000 staat in zijn geheugen gegrift. „Uit nieuwsgierigheid keek ik bij de brand bij de vuurwerkfabriek. Toen er explosies klonken, ben ik achter een schutting gevlucht en ging ik op de grond liggen. Ik werd door de kracht van de ontploffing een stuk van de grond getild. Wat je dan meemaakt, is niet in woorden uit te drukken”, vertelt hij in het Huis van Verhalen, een kamer in Prismare, waar mensen hun verhaal over de vuurwerkramp kwijt kunnen.
Ook Boetie Bijlsma kreeg een nieuwe woning in het rampgebied. Gezeten in haar rolstoel werd de gehandicapte vrouw tijdens de ramp door de brandweer uit haar huis gehaald. Aanvankelijk wilde Bijlsma „nooit meer terug” naar de wijk Roombeek. Toen ze echter merkte dat oude buren toch weer belangstelling toonden voor een nieuwe woning in het rampgebied, ging de vrouw ook overstag.
Bijlsma heeft geen spijt van die beslissing. „De manier waarop we invloed konden uitoefenen op de inrichting van de nieuwe woningen was heel plezierig. Je kon bijvoorbeeld zelf uitmaken of je de keuken voor- of achterin het huis geplaatst wilde hebben.” Het nieuwe huis kon niet alle pijn wegnemen. „Tijdens de ramp heb ik kostbare spullen verloren, zoals een speciaal tafeltje van mijn vader.”
Voor menigeen is de vuurwerkramp nog lang geen verleden tijd, zegt directeur Hermien Maartens van het Huis van Verhalen. Blikvanger in het vertrek is een metershoge luchtfoto van het herbouwde rampgebied, vlak bij een op de vloer aangebrachte plattegrond van het stratenplan van Roombeek. „Zo’n plattegrond maakt verhalen los. Pas zei iemand: Ik stond daar en ik kreeg weer kippenvel.”
Soms geven bezoekers van het Huis van Verhalen op kunstzinnige wijze uiting aan hun gevoelens. „Onlangs kwam hier een vrouw die 200 tekeningen over de ramp meebracht.” Op een van de tekeningen staat een vrouw in doodsnood, haar twee baby’s tegen zich aangedrukt. Een enkeling mijdt nog altijd het totaal vernieuwde rampterrein. „Kortgeleden sprak ik nog een vrouw die voor het eerst weer in het rampgebied was geweest.”
In de buurt hebben Maartens en ook Bijlsma en De Vivo, beiden wijkambassadeur, soms verrassende ontmoetingen. De Vivo: „Zo kwam ik pas iemand van de mobiele eenheid tegen die in 2000 aan het werk was in het rampgebied. Hij herkende me en zei: „Jij was degene die pizza voor ons heeft gehaald.”