Achterstevoren: In vreemde handen
Nederlandse gemeenten die tobben met achterstandswijken trekken sterk in twijfel of ze wel in staat zijn de problemen in die wijken het hoofd te bieden. Er is volgens hen veel meer geld voor nodig dan beschikbaar is. De belangenorganisatie VNG maakte dat begin deze week bekend. Toen ik het las, moest ik meteen denken aan het bezoek dat ik kort geleden bracht aan de 76-jarige Cor Cats. Hij woont nu zo’n 25 jaar in de Amsterdamse wijk Nieuw-West, een loepzuiver voorbeeld van een achterstandswijk.
Dat de gemeente Amsterdam niet weet of ze deze wijk nog op orde krijgt, kan ik me goed voorstellen. Met het autootje van Cor reden we van buurt naar buurt en van zo’n rit word je niet vrolijk. Het straatbeeld wordt hier bepaald door lange gewaden, hoofddoeken en shoarmatenten. Een van de bekendste bewoners was Mohammed B., de godsdienstfanaat die in 2004 de publicist Theo van Gogh vermoordde en nu opgesloten zit in de best bewaakte gevangenis van Nederland. In een van de huizen in deze buurt kwam onder zijn leiding de Hofstadgroep bijeen.Toen Cor hier met zijn gezin kwam wonen, was het aantal allochtonen in zijn straat op de vingers van één hand te tellen. Nu hoort hij bij de weinige autochtonen. Soms voelt hij zich als een vreemdeling in eigen land. Niet dat hij een hekel heeft aan mensen met een andere huidskleur of met een andere religie. Toen hij nog een drukkerij had, kopieerde hij wekelijks uit de Koran voor een naburige imam. Zelf heeft hij Joods bloed in de aderen, al is hij christen van zijn jeugd af. We moeten elkaar respecteren, is zijn motto. Hij is het dan ook volledig oneens met het pleidooi van Wilders om de Koran te verbieden.
Waarover hij het wel met Wilders eens is, is dat de overheid veel te slap is. Burgemeester Cohen met zijn motto van „de boel bij elkaar houden” vindt hij model staan voor de lafhartigheid van de plaatselijke en landelijke politiek. Toen de burgervader onderlaatst naar China vertrok, werd er gegrapt dat hij dan in ieder geval veel thee kon drinken. Zo staat Cohen hier bekend: liever bij de imam op de thee dan bij echte Amsterdammers op de koffie.
Als we het politiebureau in het stadsdeel Slotervaart passeren, vertelt Cor over de bestorming, vorig jaar, van het bureau door allochtone jongeren. Ruiten werden ingegooid en in de directe omgeving werden auto’s in brand gestoken. Agenten stonden achter de ramen toe te kijken, omdat van hogerhand de instructie was gegeven om niets te doen. „De autoriteiten bang waren voor escalatie”, schampert Cor.
Vijf minuten later hebben we vanaf een groot kruispunt uitzicht op de winkel van een juwelier die al meer dan honderd keer is overvallen. Bij de honderdste keer gaf de man een feestje. Daar was de politie uiteraard niet blij mee. „Er is geloof ik één keer iemand gepakt. Het opsporen van de overvallers heeft geen prioriteit, heet dat”, aldus Cor.
De sfeer in de wijk gaat volgens hem hard achteruit, behalve onder degenen die ervan eten. Een voorbeeld, triest en komisch tegelijk, waren de twee jongerenwerkers die in een gebouwtje vlak bij hem in de buurt de jeugd moesten opvangen. De hele dag was het tweetal aanwezig totdat hun tijd erop zat. „Dat was om halfvijf, het tijdstip waarop de jongelui uit school komen.”
Bij een enorm bouwterrein aan de Baarsjes heeft de slopershamer een troosteloze aanblik veroorzaakt. Hier moet de bekende moskee komen waarover zo veel te doen is geweest. Het reusachtige complex wordt betaald met geld van oliesjeiks, zo vermoedt de buurt. Er is hier volgens Cor al heel veel onroerend goed opgekocht, vooral woonhuizen. „Als rasechte Amsterdammer krijg ik wel eens het gevoel dat mijn stad in vreemde handen overgaat. Zestig procent van de Amsterdamse bevolking is allochtoon. Ons nageslacht kon het wel eens heel moeilijk gaan krijgen.” Illustratief vindt hij dat bij de nieuwe moskee een parkeerterrein komt met 300 plaatsen. „Maar een evangelische gemeente die moet uitwijken naar een industrieterrein, krijgt er niet meer dan tien. Dat bedoel ik nou.”
Toch is hij niet een en al pessimisme. De laatste tijd is er een nieuwe wijkagent, een Marokkaan, die de wind eronder heeft. „Die spreekt iedereen aan.” Wie weet staat hij symbool voor de andere wind die in het Amsterdamse opsteekt. De voorzitter van het stadsdeel Slotervaart, de Marokkaan Ahmed Marcouch, lijkt ook iemand te zijn die van een stevige aanpak houdt. Zijn devies aan allochtone jongeren is „vechten of terugzwemmen.” Hij bedoelt ermee dat jongeren bereid moeten zijn om te knokken voor hun toekomst en anders niets te zoeken hebben in dit land. Dat is de taal die ze verstaan. „Ik merk het bij die agent. Voor hem zijn ze bang”, aldus Cats.
Volgende week zaterdag in deze rubriek deel 2.