Saeb Erekat: Tijd meer dan rijp voor Palestijnse staat
De belangrijkste Palestijnse onderhandelaar, Saeb Erekat, zit al jarenlang regelmatig met de Israëliërs om de tafel, maar een Palestijnse staat hebben die besprekingen nog steeds niet opgeleverd. Erekats strijdvaardigheid is echter onveranderd groot.
Dr. Saeb Erekat was jarenlang de belangrijkste onderhandelaar aan Palestijnse zijde en speelde als zodanig een belangrijke rol bij de totstandkoming van de Osloakkoorden van 1993. Daarin was het recht op zelfbestuur van de Palestijnen vastgelegd.Nu worden de besprekingen aan Palestijnse kant geleid door Achmed Qureia en aan de Israëlische kant door minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni. Erekat blijft echter bij het overleg betrokken.
Een Palestijnse staat bestaat nog altijd niet. Wat Erekat betreft wordt de knoop echter door beide partijen dit jaar nog doorgehakt. Zo niet, dan zal het van kwaad tot erger gaan, zegt hij. De onderhandelingen tussen Israëliërs en Palestijnen zijn in volle gang, maar details over de besprekingen zijn schaars. Ook Erekat wil niet ingaan op de concessies die beide partijen willen doen.
Erekat zit in zijn kantoor in het gebouw van de Palestijnse missie voor vredesonderhandelingen in het noorden van Ramallah op de Westelijke Jordaanoever. Zijn bureau staat voor een wand waarop de Rotskoepel levensgroot is afgebeeld. De Palestijnse Autoriteit vindt dat de Haram al-Sjarif, de „edele omheining”, deel moet worden van de Palestijnse staat. Volgens de islamitische traditie maakte de profeet Mohammed vanaf deze plek zijn nachtelijke reis naar de hemel. Ook voor de Israëliërs is de plaats van zwaar godsdienstig gewicht, omdat daar de Joodse tempels stonden. Volgens vele religieuze Joden zal daar dus straks ook de derde tempel verschijnen.
De Palestijnse bemiddelaar geeft volmondig toe dat het conflict niet alleen om grenzen gaat. „Dit is een conflict over religie, veiligheid, geschiedenis, toekomst, economie, vluchtelingen, smaak en leven”, somt hij op. „Kwesties als Jeruzalem, grenzen, nederzettingen, vluchtelingen zijn voor Israëliërs en Palestijnen van levensbelang.”
De tijd is volgens hem meer dan rijp voor een tweestatenoplossing, ondanks de barensweeën die de deze met zich meebrengt. Ook in de afgelopen vijf jaren van „wanhoop, wantrouwen en strijd” lieten de meeste Israëliërs en Palestijnen in de opiniepeilingen weten voor een verdeling van het land te zijn. De Israëliërs hebben volgens hem geen andere keuze dan de te kiezen voor twee staten: Joden zullen geen Palestijnen worden en Palestijnen zullen zich niet bekeren tot het jodendom.
Maar volgens Erekat begint de tijd te dringen. „We hebben een kritiek punt bereikt”, waarschuwt hij. „Of we slaan de weg van vrede, matiging en democratie in of die van extremisme, chaos, geweld en reacties op geweld. De status-quo kan niet langer voorduren. Crisismanagement en schadebeheersing voldoen niet meer.”
De contouren van de regeling zijn duidelijk: de tweestatenoplossing moet gebaseerd zijn op een Israëlische terugtrekking naar de grens van voor juni 1967, behoudens wederzijds overeengekomen grenscorrecties.
In Israël echter zijn er nogal wat aarzelingen om de Westelijke Jordaanoever te ontruimen. Eerdere terugtrekkingen hebben de vrede allesbehalve naderbij gebracht. Nadat Israël in de jaren negentig de grote Palestijnse steden ontruimde, kreeg het land te maken met zware bomaanslagen, die verhevigden na de uitbraak van de zogeheten al-Aqsa-intifada in 2000. De raketten en mortieren uit de Gazastrook bleven komen nadat Israël de Gazastrook in 2005 in zijn geheel evacueerde. Bovendien kwam daar in juni vorig jaar de radicale islamitische Hamas aan de macht door een bloedige staatsgreep.
Israëliërs vrezen dat als het leger zich terugtrekt uit de Westoever en de Joodse nederzettingen daar worden ontruimd, Hamas de macht daar over zal nemen. Als Israël de controle over de buitengrenzen verliest, kan Hamas wapens importeren uit bijvoorbeeld Iran. Dat zal op de veiligheid van Israël een desastreus effect hebben.
Erekat zegt echter dat Israël deze argumenten gebruikt als voorwendsel om zich niet terug te trekken. Dat Hamas de macht in de Gazastrook overnam, hebben de Israëliërs aan zichzelf te wijten. De vroegere Israëlische premier Ariel Sharon vernietigde de Palestijnse politie. Israël weigerde deze Palestijnse veiligheidstroepen met wapens te versterken, terwijl Hamas overal nieuwe wapens kocht.
De Palestijnse Autoriteit doet nu haar best om te voorkomen dat de geschiedenis zich gaat herhalen op de Westoever. Erekat zegt dat de Palestijnse Autoriteit hulp heeft gekregen van drie Amerikaanse generaals om de veiligheidstroepen te versterken. Hij wijst erop dat de Palestijnen verder hulp nodig hebben bij het herstel van de rechtsorde, waarbij slechts één partij de wapens zal dragen. Palestijnen willen tevens dat er een Europese legermacht gestationeerd wordt als Israël zich terugtrekt.
Ook voordat de Hamas de macht overnam, de islamitische revolutie in Iran plaatsvond of Israël vrede sloot met Egypte, weigerde Israël zich terug te trekken. „Het is een kwestie van het vinden van smoesjes om met de bezetting door te gaan. De Israëliërs zijn er heel goed in om mensen in de cirkel van twijfel en wantrouwen gevangen te houden.”