Eindelijk weer picknicken op sjabbat
Amsterdam toont op zaterdag weer als vanouds: orthodoxe joden rijden met kinderen in een buggy of ze dragen ze op de arm naar een picknick. Wat 35 jaar verboden was, mag nu weer, dankzij de instelling van een nieuwe eroev: de sjabbatsgrens. Met hulp van een 60-jarige rabbi uit New York.
AMSTERDAM - De drie rabbijnen die onlangs de eroev of sjabbatsgrens weer instelden, zijn niet over één nacht ijs gegaan. Daarvoor is het een te gewichtige zaak, zegt rabbijn R. Evers. „Door de eeuwen heen zijn er boekenkasten over volgeschreven.”De sjabbatsgrens is een afscheiding die als het ware het domein van de Joodse huiskamer uitbreidt. Zodoende kan men zich buiten de deur toch houden aan de regels die in Exodus 16 staan, in vers 26 en 29: „Ziet, omdat de Heere ulieden de sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u aan de zesde dag voor twee dagen brood; een ieder blijve in zijn plaats! Dat niemand uit zijn plaats ga op de zevende dag!”
„Kortom”, zegt David Serphos van de Joodse gemeente in Amsterdam, „buiten je huis mag je op sjabbat niets dragen, en met kleine kinderen ben je aan huis gekluisterd. Tenzij je de grenzen van je huis symbolisch uitbreidt met een afscheiding, dan mag het weer wel. En daar is de eroev voor.”
Door latere Talmoed- en Misjnaregels is dat eroevgebod steeds verder gespecificeerd in de joodse wet: de halacha. Deze zegt dat buiten de ’huiskamer’ op de sjabbat niets gedragen mag worden. Geen broodje, geen zakdoek, geen huissleutel. Jengelende kinderen zullen buiten het tuinhek zelf moeten lopen, want ook buggy’s en rolstoelen mogen niet op sjabbat over straat worden geduwd.
Ruime grens
Het is dus afzien geweest voor de Amsterdamse joden, deze laatste 35 jaar sinds de eroev in 1972 nietig werd verklaard. „Door alle stadsuitbreidingen bleken de afscheidingen niet meer te handhaven”, aldus Serphos. „Maar dankzij de nieuwe eroev niet meer. Je ziet weer overal groepjes joden picknicken met hun kinderen in het park.”
Inspirator achter de Amsterdamse eroev is opperrabbijn Aryeh Ralbag, die in New York woont. Door de waterwegen rond Amsterdam als grens te nemen, kwam hij op een heel ruime sjabbatsgrens uit, die groter is dan ooit. Vanaf het IJ, via Amstelveen naar Leimuiden is nu een volledig natuurlijke omheining. Wel zijn er enkele onderbrekingen die voor problemen zorgden, zoals de ringweg A10 en de provinciale weg N207 bij Leimuiden.
Volgens Serphos is het bij zulke wegen de kunst dus om daar poortachtige constructies voor uit te denken, zoals de eeuwenoude regels voorschrijven. „Deze moeten de wegen als een poort overspannen om zo de onderbreking van de ’watermuur’ te niet te doen. Water geldt in dit systeem namelijk als een muur. Je kunt er immers niet zomaar overheen.”
Voor die afscheidingen langs de grens is heel wat creativiteit aangesproken. Kastjes met hekken van ijzerdraad langs het spoor -die ook nog eens daadwerkelijk dicht moeten kunnen- en hoge palen over de provinciale weg met een kabel ertussen.
Rabbinale rechtbank
De eroevafscheidingen moeten wekelijks worden gecontroleerd, aldus de rabbijnen. Evers fietst met zijn zoon nog wel eens de eroev langs, vertelt hij. Ook trekt hij er regelmatig op uit met mederabbijn Eliëzer Wolff, die twee keer per maand naar Amsterdam komt vanuit zijn standplaats Marseille.
Wolff vormt samen met Evers en Ralbag een ”beth dien”, een rabbinale rechtbank. Deze was nodig om de eroev erkend te krijgen en hem status te geven. Serphos: „Opperrabbijn Ralbag is er zelfs speciaal voor naar Israël gereisd om daar met andere rabbijnen te overleggen. Zij konden zich gelukkig in zijn huidige voorstel vinden.”
De beide rabbi’s Wolff en Evers zijn echter niet geheel tevreden, concluderen ze na hun rondgang. Bij de provinciale weg is de kabel over de weg wat doorgezakt en nu is de poortvorm niet optimaal, zegt Evers: „Het moet strak staan.” Ook Wolff kijkt zorgelijk: „Sommige oevers van de Amstel zijn nog maar net stijl genoeg.” Maar de eroev is voor komende sjabbat niet doorbroken, is beider conclusie.
En dus kan ook deze zaterdag weer de zakdoek in de jas blijven, het kind op de arm en de sleutel op zak.