Kandidaten van de conservatieve partij eindigden met voorsprong als eerste in de race om het burgemeesterschap in onder meer Athene, Piraeus en Thessaloniki. Bovendien lijkt het erop dat de oppositiepartij de meeste zetels heeft verworven in de provinciebesturen. Omdat maar weinig kandidaten meteen meer dan 50 procent van de stemmen hebben gehaald, zal er in de meeste districten op 20 oktober een tweede stemronde volgen.

De verkiezingen werden gezien als een test voor de populariteit van de Socialistische Partij, die sinds 1981 op een periode van drie jaar na onafgebroken heeft geregeerd. Nieuwe Democratie voerde een felle campagne, waarin ze de kiezers ertoe opriep zich tegen de nationale regering te keren. De partij kon profiteren van de heersende onvrede over de regering, die weliswaar voor forse economische groei heeft gezorgd, maar de oplopende werkloosheid en de recente prijsstijgingen niet heeft kunnen tegenhouden.

De socialistische premier Kostas Simitis wilde zich niet uitspreken over het resultaat. Maar volgens waarnemers had Nieuwe Democratie het nog een stuk beter moeten doen om vervroegde landelijke verkiezingen te forceren. De eerstkomende landelijke verkiezingen staan pas voor 2004 gepland.